Luchtvervuiling vergroot mogelijk het risico op dementie

Britse onderzoekers hebben een verband gevonden tussen langdurige blootstelling aan luchtvervuiling en een verhoogd risico op dementie. Het onderzoek versterkt de groeiende aanname dat luchtvervuiling niet alleen schadelijk is voor de luchtwegen, maar ook negatieve effecten heeft op het brein.

Het idee dat luchtvervuiling dementie kan veroorzaken, leeft al langer. Mensen die langdurig worden blootgesteld aan uitlaatgassen, stikstofdioxide of fijnstof zouden meer kans hebben om te maken te krijgen met de ziekte van Alzheimer of andere vormen van dementie. Dat blijkt uit steeds meer wetenschappelijke studies.

Een onderzoeksteam van de Universiteit van Cambridge heeft daar nu een flinke schep bovenop gedaan. De onderzoekers bundelden ruim vijftig eerdere wetenschappelijke studies en stelden daarmee een database samen met meetgegevens van zo’n 29 miljoen mensen, verdeeld over de Verenigde Staten, Canada, Europa en Azië.

Uit hun analyses van de database kwam een statistisch significante relatie naar voren tussen luchtvervuiling en dementie. Het gaat om de stoffen stikstofdioxide, roet en fijnstof met een grootte van 2,5 micrometer. Die komen in de atmosfeer terecht door auto’s en vrachtwagens, het verbranden van fossiele brandstoffen, uitlaatgassen van de industrie en houtkachels. Vooral in stedelijke gebieden waar verkeer en industrie geconcentreerd zijn, kunnen de concentraties van deze stoffen hoog oplopen.

Volgens de onderzoekers stijgt het risico op dementie met 17 procent per 10 microgram fijnstof per kubieke meter lucht. Voor stikstofdioxide was de stijging 3 procent per 10 microgram, en voor roet geldt een risicoverhoging van 13 procent per 1 microgram.

Ontstekingen

Een biologische verklaring is er nog niet. De wetenschap tast nog in het duister over hoe vervuilende stoffen precies zulke destructieve effecten op het brein kunnen hebben. Wel bestaan er vermoedens. Zo zouden vervuilende stoffen bijvoorbeeld kunnen leiden tot ontstekingen in de hersenen of de stofwisseling kunnen verstoren. Ook is het mogelijk dat ze via de bloedbaan bij de hersenen terechtkomen. Maar om dat te bevestigen, is meer onderzoek nodig.

Voor Esther van den Berg, hoogleraar neuropsychologie aan het Erasmus MC, zijn de resultaten van de Britse studie niet verrassend. Het risico op dementie is het gevolg van een samenspel van allerlei factoren, zegt ze. ‘Een deel daarvan is gebonden aan het individu, zoals iemands leeftijd, genen, gezondheid, en rook- of eetgewoontes. Maar er zijn ook maatschappelijke factoren, zoals de mate van sociale cohesie tussen mensen in bepaalde gebieden. Dat luchtvervuiling daar nu ook bij komt, verbaast me niets.’

‘Er is op dit moment geen behandeling om dementie te voorkomen of te stoppen. Daarom is preventie van de ziekte heel belangrijk’

Toch bewijst de studie nog geen causaal verband. Met andere woorden: je kunt op individueel niveau niet stellen dat het inademen van fijnstof direct leidt tot een grotere kans op dementie. ‘Om dat te kunnen zeggen, is het nodig om op persoonsniveau biologisch onderzoek te doen’, zegt Van den Berg. ‘Je moet dan op microniveau kijken wat het veronderstelde mechanisme in het lichaam is dat ervoor zorgt dat luchtvervuiling tot dementie leidt. Daar wordt in deze studie geen antwoord op gegeven.’

Bovendien is het mogelijk dat luchtvervuiling maar een deel van de verklaring is. Mensen in gebieden met veel vervuiling verschillen vaak op meerdere vlakken van mensen elders. Bijvoorbeeld op het gebied van socio-economische status of leefpatroon. Het is goed mogelijk dat ook die factoren een effect hebben op de hersenen.

Roken en overgewicht

Toch doet dat niets af aan het belang van de studie, aldus Van den Berg. ‘Wanneer je vanuit het perspectief van de maatschappij als geheel kijkt, is de studie heel nuttig. Ze vertelt ons namelijk dat luchtvervuiling een knop is waaraan we als samenleving kunnen draaien. Er is op dit moment geen behandeling om dementie te voorkomen of te stoppen. Daarom is preventie van de ziekte heel belangrijk. En als dat zou kunnen door luchtvervuiling tegen te gaan, is dat een heel waardevol inzicht.’

In tegenstelling tot iemands leeftijd of genen, is luchtvervuiling een beïnvloedbare factor. Juist dat maakt deze studie interessant, zegt Van den Berg. Op dit moment krijgt ongeveer één op de vijf mensen te maken met dementie, en door vergrijzing van de Nederlandse en Belgische bevolking wordt verwacht dat deze hoeveelheid zal stijgen. Het terugdringen van luchtvervuiling, wat meerdere voordelen heeft, is dus een welkome ingreep om de groei wellicht te remmen.

Hoe groot het effect van luchtvervuiling op de hersenen is in vergelijking met andere risicofactoren, kan de hoogleraar niet zeggen. Daarvoor is dus onderzoek op microschaal nodig. ‘Als je naast de schoorstenen van een hoogoven woont, kan ik me voorstellen dat het een flink effect zou kunnen hebben. Al moet dementie dan niet je grootste zorg zijn. Maar voor de gemiddelde mens, die dus niet naast een hoogoven woont, is mijn inschatting dat het effect van factoren als roken en overgewicht groter is.’