‘Mijn dwanggedachten zijn als een kras in de plaat’

Michiel Verheul (38) getuigt over leven met dwanggedachten (obsessief-compulsieve stoornis).

Iedereen denkt wel eens ‘Wat als ik die persoon op het perron een duw geef?’ Of ‘Wat als ik hoog van een toren naar beneden spring?’ Intrusies heten die gedachten. Ze komen even plotseling op als ze weer verdwijnen. Bij mij blijven die gedachten zich aandienen. Als ik tegen mezelf zeg dat ik ze niet mag hebben, dringen ze zich des te nadrukkelijker op. Die gedachten kunnen dagen, weken, maanden in mijn hoofd zitten. Ik wil obsessief weten waar ze vandaan komen.

Mijn dwanggedachten zijn vooral agressief of seksueel van aard. Dan zie ik vanuit de keuken mijn lieve vriendin in de tuin aan het werk. Tegelijk zie ik ook een mes hangen. En opeens denk ik ‘Wat als ik dat mes tussen haar ribben steek?’ Zonder dat ik enige aandrang voel tot daden over te gaan. Maar ik krijg wel enorme schuldgevoelens, alsof ik haar bij wijze van spreken al heb vermoord. Die dwanggedachten maken dat ik minder goed functioneer in het dagelijks leven. Mijn stoornis heeft me mijn carrière in de televisiewereld gekost.

Wat als ik dat mes tussen haar ribben steek?

Het is met smetvrees begonnen. Ik was een jaar of tien, en ik vond deurkrukken ontzettend smerig. Als ik een deur had geopend moest ik mijn handen wassen. Eerst met zeep, toen werd het schuurmiddel, uiteindelijk spiritus. Ik heb zelfs mijn handen in de fik gestoken om bacteriën te doden. Het is me uiteindelijk gelukt die smetvrees te overwinnen. Maar toen kreeg ik dwanggedachten dat ik aids zou krijgen. Had ik met een meisje met een beugel gezoend, dan meldde ik me al bij een soa-kliniek, want misschien was er bloed vrijgekomen. Liefst wilde ik dat het meisje ook een test deed. Dan wees de testuitslag voor 99,99 procent uit dat ik geen hiv had. Moest ik per se nog een test doen om uit te sluiten dat ik tot die 0,01 procent hoorde die toch besmet was.

Terwijl ik zat te kijken naar de film Titanic betrapte ik me op de gedachte dat Leonardo di Caprio best een mooie vent was. Prompt vroeg ik me af of ik homoseksueel was en mijn vriendin voor de gek hield. Ik beëindigde de relatie, want wie weet werd ik een gefrustreerde homo die zijn vriendin iets aan zou doen. Ik heb zelfs een coming out gedaan naar mijn familie, terwijl ik helemaal niet homoseksueel ben. Mijn dwanggedachten zijn als een kras in de plaat. Ik moet iets doen om de naald te verplaatsen, meestal terug naar het begin van de plaat. Tot die naald weer bij die kras komt, enzovoort.

Vanaf mijn 24ste ben ik hulp gaan zoeken. Eerst bij een psycholoog, want zelf vermoedde ik een identiteitscrisis. Toen ik in 2012 zo ziek werd en mijn baan kwijtraakte, mijn relatie stukliep en ik mijn huis moest verkopen, belandde ik wegens suïcidale gedachten bij een crisisopvang. Daar ben ik met prozac en antipsychotica behandeld. Omdat veel dwanggedachten seksueel getint waren, ben ik ook bij een verslavingskliniek behandeld. Die kliniek stuurde me naar een psychiater, en die stelde obsessief-compulsieve stoornis (OCD) vast. Hij behandelde mij met Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR - een therapie die vooral gebruikt wordt bij posttraumatische stressstoornis en waarbij je je trauma verwerkt terwijl je bewust met de ogen beweegt, red.).

Pas toen ik min of meer bij toeval betrokken raakte bij het televisieprogramma Levenslang met dwang (dat in 2014 liep op RTL5, red.), ben ik met cognitieve gedragstherapie echt goed geholpen om mijn stoornis leefbaar te krijgen. Ervan genezen is een illusie. Tegenprestatie was dat in beeld te doen, en sindsdien ziet mijn leven er anders uit.

Ik ben veel stabieler geworden. Ik slik nu lexapro en wellbutrin. Elke zes weken spreek ik mijn psychiater. Van mijn kwetsbaarheid probeer ik nu mijn kracht te maken. Ik ken geen gêne meer over mijn stoornis en help anderen met een dwangstoornis bij het wegnemen van hun (zelf)stigma. Stigma’s zijn als vooroordelen, daar moet je tegen vechten. Hopelijk draagt mijn openheid ook bij een groter publiek bij tot meer bewustwording daarvan.

In het kader van de 10-daagse van de Geestelijke Gezondheid verschijnt er vanaf dinsdag 1 oktober iedere dag een getuigenis over een psychische stoornis. Deze getuigenis is afkomstig uit What’s Wrong With Me – Faces of the DSM van auteur Vittorio Busato. Daarmee wil hij psychische stoornissen uit de DSM, de ‘diagnosebijbel’ van de psychiatrie, een gezicht geven.