Niet kunnen slapen: 'het is alsof de lamp in mijn hoofd niet uit wil'

Else (57) vertelt hoe ze omgaat met haar slaapproblemen.

Ik ben al dertig jaar geregeld slapeloos. Soms duurt dat enkele dagen, soms wekenlang. Daarvoor sliep ik vermoedelijk ook niet goed, maar ik was me er minder van bewust. Tot mijn 28ste. Ik herinner me nog goed dat ik alleen aan tafel zat en ineens bevangen werd door de angst dat ik nooit meer goed zou slapen.

Van slapelozen wordt beweerd dat ze dénken dat ze geen oog dichtdoen, maar eigenlijk altijd wel even slapen. Ik weet zeker dat ik hele nachten ononder­broken wakker ben. Het is dan alsof de lamp in mijn hoofd niet uit wil. Soms kom ik uit bed en lees of eet ik wat. Of ik neem de kat op schoot. Ik ben in horizontale stand ontvankelijker voor zorgen. Verbinding maken met de wereld buiten mijn eigen hoofd stelt me soms gerust.

Andere keren blijf ik liggen, in de hoop dat het toch nog lukt om in slaap te vallen. Als ik in een slapeloze periode wél even slaap, blijf ik hangen in een oppervlakkige sluimer. Mijn lichaam staat constant in de alert-stand, waardoor ik me niet kan overgeven aan diepe slaap.

Ik ben bang dat ik niet kan slapen, en die angst houdt me uit mijn slaap

Met slapeloosheid valt best te leven, maar het tast soms de kwaliteit van mijn leven aan. Niet slapen maakt vreugdeloos. Gek genoeg vind ik de angst voor niet slapen erger dan het niet slapen zelf. Ik ben zelfstandig ondernemer en kan redelijk goed functioneren als ik niet slaap. Ook na een doorwaakte nacht doe ik gewoon wat ik van plan was. Vermoeid­heid en stress, die in elk mensenleven voorkomen, maken mij gevoelig voor angst. En bij mij krijgt dan de angst om niet te slapen me in zijn greep. Feitelijk ben ik bang voor mijn eigen angst. De spanning die dat oplevert, houdt me uit mijn slaap. Ik zie het gebeuren en besef dat ik het zelf doe, maar ik weet niet hoe ik het kan stoppen.

Ik weet niet precies waar mijn slapeloosheid vandaan komt. Ik kom uit een boerengezin en ben de jongste van elf kinderen. Er was bij ons beslist warmte en liefde, maar ook een zekere hardheid waardoor we goed moesten opletten. Dat heeft er mogelijk toe bijgedragen dat ik me niet goed aan de slaap kan overgeven. Genetische aanleg speelt vast ook een rol. Mijn moeder was een slechte slaper, net als een aantal van mijn broers en zussen.

Als ik wel slaap, schijn ik nogal hevig te knarsetanden (bruxisme, red.). Mensen die het horen, verbazen zich erover dat mijn tanden nog heel zijn. Tijdens een reis door de woestijn, waarbij we onder de blote hemel sliepen, vertelden twee reisgenoten bij het ontbijt opgewonden over een knaagdier dat ze ’s­ nachts gehoord hadden. Het zou zich bij mijn slaapzak hebben opgehouden. Ik heb geamuseerd gezwegen. Mijn tandglazuur lijdt niet onder dat knarsen, maar de druk op mijn kaakscharnieren kan tot schade leiden. Daarom draag ik ’s nachts een bitje.

Hoewel ik ze met reserve gebruik, heb ik altijd slaappillen in huis. Ze helpen me soms de negatieve spiraal te doorbreken van niet slapen door de angst om niet te slapen. Maar het komt ook voor dat zelfs een dubbele dosering mij er niet onder krijgt. In de afgelopen jaren heb ik veel uitgeprobeerd: cognitieve therapie, yoga, wietolie, mediteren, melatonine, voetreflexologie, reiki, you name it. Soms helpt iets een tijdje, maar het panacee heb ik nog niet gevonden.

Recent besefte ik dat ik mijn slapeloosheid altijd heb beschouwd als iets wat niet bij me hoort. Ik ben sterk, kan alles en slapeloosheid is een extern ongemak dat per abuis vaak op mijn pad komt. Maar het maakt geen deel uit van wie ik echt ben. Zoiets. Dat ik dat al zo lang denk, is een belangrijk inzicht voor mij. Misschien is deze kwetsbaarheid accepteren en er iets meer rekening mee houden wel de grootste dienst die ik mezelf kan bewijzen.

In het kader van de 10-daagse van de Geestelijke Gezondheid verschijnt er vanaf dinsdag 1 oktober iedere dag een getuigenis over een psychische stoornis. Deze getuigenis is afkomstig uit What’s Wrong With Me – Faces of the DSM van auteur Vittorio Busato. Daarmee wil hij psychische stoornissen uit de DSM, de ‘diagnosebijbel’ van de psychiatrie, een gezicht geven.

Lees ook het artikel over slapeloosheid: Slapen kan je leren