Waarom zien sommige mensen bij een bijna-doodervaring een helder licht of hebben ze het gevoel uit hun lichaam te treden? Een nieuwe model verklaart hoe zulke intense belevingen precies ontstaan.
Iedereen gaat dood, maar wat er tijdens dat proces gebeurt is een groot mysterie. Wetenschappers beginnen het nu pas serieus te onderzoeken. Bijna-doodervaringen, of BDE’s, worden meer en meer onderzocht.
Een ongelofelijke vijf tot tien procent van de mensen meldt een BDE te hebben gehad. Vaak zijn hun herinneringen: ze hebben de ervaring dat ze buiten hun lichaam treden en het van bovenaf bekijken, ze gaan door een tunnel en zien een licht, ze komen overleden dierbaren tegen en worden overweldigd door onverklaarbare wijsheid en een diep gevoel van vrede. Veel mensen beschrijven die herinneringen tot in de kleinste details en zeggen dat ze zich ‘echter dan ooit’ voelden.
Het is onbekend hoe zulke buitengewone ervaringen in het wankelende bewustzijn van een persoon tot stand komen. Wetenschappers hebben verschillende hypotheses met elkaar verbonden, overlevenden geïnterviewd, dieren onderzocht en experimenten uitgevoerd waarin mensen een bepaalde psychedelische drug toegediend kregen. Nu heeft een van de meest vooraanstaande onderzoeksgroepen een studie uitgebracht die ze beschrijven als het eerste uitvoerige neurowetenschappelijke model voor BDE’s.
‘We hebben een heel overtuigende verklaring gevonden voor het ontstaan van zo’n intense ervaring als iemand echt een crisis doormaakt', zegt Charlotte Martial, neurowetenschapster aan de Universiteit van Luik. Ze is ook co-hoofdauteur van het onderzoek dat in Nature Reviews Neurology gepubliceerd is.
Wat gebeurt er?
Het model van Martial en haar collega’s beschrijft een stapsgewijze hypothese voor de omstandigheden die leiden tot BDE’s. Ze stellen ook een evolutionaire theorie voor die verklaart waarom iemand zulke ervaringen meemaakt.
‘We hebben geen hypotheses nodig die voortkomen uit andere hypotheses’
Om het model te creëren hebben de onderzoekers een diepgaande review gedaan van alle studies over bijna-doodervaringen, variërend van neurowetenschappelijke onderzoeken tot spirituele perspectieven. De review bevat ook onderzoek naar extase tijdens een focale epileptische aanval, psychedelische drugs en het stervende brein. Bijkomende informatie kwam uit studies die aantoonden dat individuen met een bepaalde aanleg vaker BDE’s meemaken. Daartoe behoren zowel de fervente dagdromers als degenen met remslaapproblemen. Die problemen treden op als iemand tijdens de remslaap wakker wordt of naar een niet-remslaap overgaat.
BDE’s zelf worden getriggerd door een voorafgaande gebeurtenis zoals een hartstilstand die voor een reeks fysiologische stressreacties zorgt. De onderzoekers stellen dat sommige neurale netwerken in overdrive gaan. Ze maken dan extra veel neurotransmitters aan in de drastisch veranderde toestand van het brein. De wetenschappers analyseerden verschillende van die systemen en stelden een hypothese op die zou kunnen bijdragen aan bijzondere mentale ervaringen wanneer de dood nadert.
Neurotransmitters
Volgens de experts kunnen mensen zich BDE’s zo helder herinneren door de activiteit van drie belangrijke neurotransmitters. Het gaat om acetylcholine, belangrijk voor het geheugen, studie en aandacht. Een tweede neurotransmitter die een rol zou spelen is noradrenaline, die een sleutelrol speelt bij de vecht-of-vluchtreactie, en ook van belang is voor aandacht, focus en het geheugen. De derde transmitter is glutamaat, die ook een rol speelt bij studie en het geheugen en verantwoordelijk is voor de algemene hersenfunctie door neuronen aan te zetten tot communicatie.
De onderzoekers hebben niet alleen het chemische drietal gelinkt met het rustige, vredige gevoel dat veel BDE’s kenmerkt, maar ook met de activering van 5-HT1A-receptoren door serotonine. Ook tijdelijke toenamen van endorfines – de natuurlijke pijnstillers en stemmingsboosters in het lichaam – en GABA, een neurotransmitter die de activiteit van de neuronen vermindert, zijn gelinkt met BDE’s. Het onderzoeksteam wees voor de levendige hallucinaties die vaak gepaard gaan met de BDE’s naar de hyperactivatie van 5-HT2A-receptoren van serotonine. Dopamine draagt ook bij aan de veranderde visuele ervaring en zorgt ervoor dat alles realistisch lijkt.
‘Voor dood spelen’ kan de evolutionaire oorsprong van bijna-doodervaringen zijn
Het nieuwe model trekt een eerdere hypothese in twijfel. Volgens die hypothese zou een nog niet ontdekte, natuurlijk chemische stof in de hersenen een rol spelen bij het opwekken van BDE's. Dat zou de stof doen door dezelfde receptoren te blokkeren als waaraan de synthetische drug ketamine zich bindt. Maar die receptoren zijn essentieel voor geheugenvorming. Dus als die geblokkeerd worden, zouden mensen hun bijna-doodervaringen zich niet op zo’n heldere manier kunnen herinneren. Dat zegt Nicolas Lejeune, hoofdonderzoeker van de nieuwe studie en onderzoeker aan het Academisch Ziekenhuis van Luik. ‘Wij denken dat BDE’s voortkomen uit storingen die normaal gezien enkel voorkomen als reactie op levensbedreigende gebeurtenissen. Het is niet aannemelijk dat er een onbekende chemische stof in de hersenen bestaat’, zegt hij.
Het model biedt geen verklaring voor elk aspect van een BDE. De onderzoekers hebben niet gevonden waarom sommige mensen oude herinneringen herbeleven of het gevoel hebben dat ze niet meer terug kunnen. Het team veronderstelt dat die belevingen kunnen ontstaan door psychologische processen of biologische factoren die nog onderzocht moeten worden. Verder onderzoek moet uitwijzen welke hersengebieden vooral verantwoordelijk zijn voor de chemische pieken die de BDE’s uitlokken, zegt Martial. Maar een studie van 2023 toont aan dat de samenhang tussen de temporale, pariëtale en occipitale kwab een cruciale rol speelt. ‘Dit is een van de belangrijkste gebieden van het bewustzijn’, voegt ze toe.
Overlevingstechniek
Uiteindelijk kwamen de onderzoekers ook met een mogelijke verklaring voor waarom de hersenen op die manier reageren. Het neurochemische model sluit volgens hen aan bij ander onderzoek dat verklaart dat BDE’s de menselijke versie zijn van ‘voor dood spelen’. Veel diersoorten gebruiken die overlevingstactiek wanneer ze in levensgevaar zijn als laatste redmiddel als de vecht-of-vluchtreactie niet gelukt is. Terwijl het dier zich voor dood houdt, wordt het slap en reageert het niet meer op externe prikkels. Maar het blijft wel bewust van zijn omgeving, zodat het kan ontsnappen als het de kans krijgt.
‘Voor dood spelen’ kan de evolutionaire oorsprong van bijna-doodervaringen zijn. Dat wordt bevestigd door het feit dat sommige mensen die onterecht dachten dat ze in levensbedreigende omstandigheden zaten, ook bijna-doodachtige ervaringen beschreven. De bovennatuurlijke en overeenkomstige elementen van die ervaringen kunnen een poging van het menselijke brein zijn om betekenis te geven aan wat er gebeurt. ‘BDE’s zijn in zekere zin passieve coping mechanismen die de overlevingskans tijdens levensbedreigende omstandigheden verhogen, zegt Martial.
Nog geen experimenteel onderzoek
Jimo Borjigin, neurowetenschapster aan de universiteit van Michigan, nam niet deel aan het onderzoek en gaat niet akkoord met sommige ideeën van de studie. Het gaat onder meer om de bewering dat de mechanismen van BDE’s waarschijnlijk dezelfde zijn als de mechanismen die verstoringen in de remslaap veroorzaken. Hoewel er een correlatie gevonden is tussen mensen die remslaapproblemen ervaren en degenen die BDE’s hebben, zegt Borjigin dat dit ‘enkel een hypothese is die experimenteel nog niet getest is’.
‘We hebben geen hypothesen nodig die voortkomen uit andere hypothesen’, voegt ze toe. ‘We hebben meer fysiologische gegevens nodig.’
Martial en haar collega’s erkennen dat hun nieuwe model slechts een eerste stap is richting de ontwikkeling van een robuuster model – een dat idealiter onderbouwd is door fysiologische data. De hypothesen die ze voor verschillende aspecten van BDE’s hebben, kunnen volgens Martial dienen als een ‘leidraad voor toekomstig empirisch onderzoek dat meer in detail zal gaan’.
Door het uiterste van de menselijke ervaring te onderzoeken, zegt ze, kunnen toekomstige studies ook bijdragen aan een beter begrip van de werking van het bewustzijn.
Vertaling: Lisa Vanroye