Vrouwen in de wetenschap: dit zijn de voortrekkers uit het verleden

In 1880 waren de eerste vrouwen welkom aan Belgische universiteiten. Dat was pas de eerste stap in de strijd voor een betere positie van vrouwen in de academische wereld.

1874

Isala Van Diest

Zes jaar voordat vrouwen welkom zijn aan Belgische universiteiten, trekt Isala Van Diest (1842-1916) op haar 32ste naar Bern om natuurwetenschappen te studeren. Ze doctoreert, behaalt haar doktersdiploma en start een praktijk in Groot-Brittannië. Bij haar terugkeer naar België stelt ze vast dat haar Zwitserse diploma niet compatibel is met het Belgische. Ze doet dan maar bijkomende examens verloskunde en chirurgie, en behaalt in 1883 – ze is intussen 41 – een Belgisch diploma. Dat is een probleem, want vrouwen mogen dan wel geneeskunde studeren, ze mogen het nog niet beoefenen.

Marie Popelin

In 1884 wordt een uitzondering gemaakt voor Van Diest, tot grote ergernis van mannelijke artsen. Haar patiëntenbestand bestaat dan ook voornamelijk uit Britse en Amerikaanse expats. Daar komt pas in 1890 verandering in, wanneer vrouwen definitief toegang krijgen tot het beroep van arts of apotheker. Samen met Marie Popelin (1846-1913), de eerste vrouwelijke doctor in de rechten, staat Van Diest op het 2-euromuntstuk dat in België in 2011 werd geslagen bij de honderdste verjaardag van de eerste vrouwendag in ons land.

 

 

 

1880

Sidonie Verhelst (UGent)

Emma Leclercq (1851-1933) schrijft zich als eerste studente in aan de Université Libre de Bruxelles. Promoveren doet ze aan de faculteit Natuurwetenschappen in Gent, waar in 1882 ook Sidonie Verhelst (1859-1906) opduikt. ‘Hoewel ze de tweede kandidatuur met onderscheiding beëindigt, verlaat ze de universiteit,’ schrijven Elienne Langendries en Anne-Marie Simon-Vandermeersch in 175 jaar Universiteit Gent. ‘De eerste vrouwelijke studenten aan de universiteit zorgen voor heel wat commotie. Verhelst wordt belaagd door een mannelijke collega en haar inschrijving veroorzaakt in de faculteit Geneeskunde een felle discussie over de ‘fysieke geschiktheid’ van vrouwen om het artsenberoep uit te oefenen.’

Leclercq vergaat het aanvankelijk beter. Zij gaat als onderzoekster werken aan het Collège de France in Parijs en het Laboratorium voor Histologie in Gent. Maar ondanks enkele baanbrekende papers in haar vakgebied zegt ze de wetenschappelijke wereld vaarwel en stapt ze als inspectrice van huishoudscholen in het onderwijs.

1920

Bijna een halve eeuw na Brussel en Gent zijn vrouwelijke studenten ook welkom aan de KU Leuven. Al gebeurt dat niet van harte, zoals de rector, bisschop Paulin Ladeuze, laat blijken in zijn openingsrede van het academiejaar: ‘Ofschoon de Leuvense Alma Mater niet langer kan weigeren de vrouwen een hogere vorming te geven, hopen wij toch dat ze zich niet in groten getale zouden begeven naar beroepen die niet overeenstemmen met de normale functies die de natuur hen toewijst in de maatschappij.’

‘Een voortrekkersrol heeft Leuven zeker niet gespeeld, als het gaat over het verwelkomen van studentes’, stelt historica Liesbet Nys (KU Leuven). ‘De universiteit heeft dat heel lang tegengehouden en uiteindelijk heeft men dat met frisse tegenzin aanvaard. De vrees was onder meer dat die studentes anders naar een niet-katholieke universiteit zouden gaan.’

 

1925

Irène Van der Bracht (UGent)

Voor ze 95 jaar geleden de eerste vrouwelijke hoogleraar in België wordt, is Irène Van der Bracht (1891-1941) al twaalf jaar tijdelijke docent Lichamelijke Opvoeding aan de Universiteit Gent. Als ze promotie probeert af te dwingen stuit ze op een negatief advies van rector Henri Piren­ne. Als compensatie wordt haar wedde aangepast, al bedraagt die dan nog altijd minder dan wat haar mannelijke studenten verdienen zodra die na hun studies aan het werk gaan. Een nieuwe poging om erkend te worden botst op weerstand van collega’s van de faculteit Geneeskunde, de nieuwe rector en de beheerder-inspecteur. Uiteindelijk bemoeit minister van Kunsten en Onderwijs Camille Huysmans, een socialist, zich er persoonlijk mee. Hij benoemt Van der Bracht, zeer tegen de zin van het rectoraat, tot hoogleraar.

1960

Marguerite Lefèvre (Belgeo)

Pas 35 jaar na Irène Van der Bracht in Gent, wordt geograaf Marguerite Lefèvre (1894-1967) de eerste vrouwelijke hoogleraar aan de KU Leuven. ‘Zij deed al jarenlang het werk dat hoorde bij de taken van een professor, maar werd daarvoor niet erkend’, stelt Liesbet Nys. ‘Haar leermeester, professor Paul Michotte van den Berck, had in zijn testament verzocht dat zij hem na zijn dood zou opvolgen aan het hoofd van het door hem opgerichte Institut Géographique van de Leuvense universiteit. Dat gebeurde in het begin van de jaren 1940, maar het zou dan nog tot 1960 duren voor zij, op haar 66ste, uiteindelijk de titel van professor kreeg. Een paar jaar later, in 1964, ging ze al met emeritaat.’ Marguerite Lefèvre leeft voort dankzij een straatnaam in Leuven en een tweejaarlijkse prijs.