Een analyse van oud DNA uit vroegmiddeleeuwse Engelse grafsites leverde een verrassend resultaat op. Twee individuen, een man en een jonge vrouw, bleken voorouders te hebben afkomstig uit West-Afrika. De ontdekking laat zien dat menselijke mobiliteit in de vroege middeleeuwen groter was dan gedacht.
Beeld: Skelet van een meisje met West-Afrikaanse roots, gevonden in een graf in het Engelse Updown. Credit: Sayer et al. (2025)
Begin jaren tachtig stootte archeologen op een begraafplaats uit de zevende eeuw in Updown, een plek nabij Kent. De lichamen behoorden tot een Angelsaksische gemeenschap, nazaten van Germanen die rond 450 na Christus vanuit het noorden van Europa richting Engeland migreerden.
Een recente analyse van oud DNA uit deze grafsite bevestigde de Angelsaksische afkomst van de menselijke resten. Van één individu, een jonge vrouw die rond 650 n.C. leefde, bleek 33 procent DNA afkomstig uit West-Afrika. Meer bepaald uit een streek die ongeveer samenvalt met Nigeria vandaag, vertelt Duncan Sayer, professor Archeologie verbonden aan de University of Lancashire. 'Haar West-Afrikaanse afstamming loopt langs vaderskant, haar grootvader moet uit die regio afkomstig geweest zijn. De rest van haar genetisch materiaal komt uit het noorden van Europa, in lijn met de rest van de mensen op de begraafplaats. '
Bij vergelijkbaar onderzoek op oud genetisch materiaal afkomstig van Worth Matravers, een begraafplaats nabij Dorset uit dezelfde periode, dook een tweede individu op met West-Afrikaanse voorouders. Een jonge man, opnieuw met een kwart DNA afkomstig uit West-Afrika. 'Ook hier is het de grootvader langs vaderszijde die uit West-Afrika kwam, net als bij de vrouw in Updown' verduidelijkt Sayer. 'De rest van het DNA van de man is Brits-Iers, want Worth Matravers viel buiten de Angelsaksische invloedssfeer. Op twee heel verschillende plekken in het vroegmiddeleeuwse Engeland duikt dus Afrikaans DNA op.'
De vrouw uit Updown lag begraven samen met haar tantes en grootmoeder. In haar graf werden een mes, een lepel, resten van een benen kam en een fraai gedecoreerde pot gevonden. 'Typisch grafgiften voor een vroeg Angelsaksische begrafenisritus', aldus Sayer. 'Dat wijst erop dat de vrouw volwaardig deel uitmaakte van de gemeenschap, waarschijnlijk zelfs van de elite gelieerd aan de toenmalige koninklijke familie van Kent.'
Byzantijnse verovering
Bij beide individuen was het de vader van de vader die uit West-Afrika kwam. Geen toeval, want de periode waarin de grootvaders leefden, valt samen met de herovering van Noord-Afrika door het Byzantijnse Rijk in 533-534 n.C. 'Die verovering werd gedreven door een nood aan nieuwe bronnen van goud, maar opende ook andere routes voor kostbare materialen die uiteindelijk hun weg vonden naar de oostkust van het vroegmiddeleeuwse Engeland. Exotische spullen zoals gouden sieraden, keramiek of ivoor waren erg geliefd bij de elite. Niet enkel om hun waarde, maar ook omdat ze een soort culturele continuïteit met het Romeinse Rijk symboliseerden omwille van hun herkomst uit het Byzantijnse Rijk.'
Hoe beide grootvaders in Engeland en Noord-Europa terecht kwamen is niet duidelijk, vertelt Sayer. 'Gedwongen migratie, slavernij dus, valt niet uit te sluiten. Maar het zou verkeerd zijn om meteen aan slavernij te denken, enkel omdat deze individuen uit West-Afrika kwamen. Er waren ook andere manieren van mobiliteit, zoals handel.'
Het vroegmiddeleeuwse Engeland was via handelsroutes verbonden met de rest van de gekende wereld, met Byzantium als knooppunt. Het DNA-onderzoek in Updown en Worth Matravers toont aan dat ook mensen dergelijke routes aflegden. 'Objecten bewegen zich voort onafhankelijk van mensen. Een grafgift uit het vroegmiddeleeuwse Engeland afkomstig uit Afrika of Byzantium kan door vele handen gepasseerd zijn. Het feit dat we West-Afrikaans DNA terugvinden in Engelse graven uit de zevende eeuw laat echter zien dat de geografische mobiliteit van mensen in de vroege middeleeuwen groter was dan aangenomen.'