Avondmensen gaan cognitief sneller achteruit dan ochtendmensen

Nachtbrakers leven ongezonder dan vroege vogels en lopen daardoor een groter risico op cognitieve achteruitgang.

Na je veertigste gaat de kwaliteit van je hersenen achteruit. Onderzoekers van het UMCG in Groningen proberen na te gaan bij welke mensen dit proces sneller gaat en welke factoren het risico op cognitieve achteruitgang kunnen verkleinen. Een van die onderzoekers is Ana Wenzler. Haar onderzoeksdomein focust zich op slaap. Ze kijkt onder andere naar het slaapritme van mensen, meer bepaald of hun chronotype – of ze ochtend- of avondmensen zijn – een invloed heeft op hun cognitie.

Op basis van vragenlijsten die deelnemers aan de Lifelines Cohort Studie invulden over hun slaaptijden, kon Wenzler nagaan in welke mate mensen extreem vroege slapers zijn, extreem late of iets daar tussenin. Vervolgens vergeleek ze over een periode van tien jaar hun uitslagen op een cognitieve functietest.

Uit de resultaten blijkt dat avondmensen cognitief sneller achteruitgaan dan ochtendmensen. Dat kon deels verklaard worden door ongezond gedrag. ‘Roken, drinken en ongezond eten gebeurt vaker ’s avonds’, vertelt Wenzler. ‘In ons onderzoek zagen we dat ook terug: avondmensen roken en drinken vaker en bewegen vaak minder dan ochtendmensen.’

Chronotype

Opvallend was ook dat het chronotype vooral bij hoogopgeleide avondmensen kon worden geassocieerd met een grotere cognitieve achteruitgang, gemeten aan de hand van non-verbale vloeiendheid en executief functioneren. Dat heeft volgens Wenzler waarschijnlijk met hun slaapritme te maken. ‘Hoogopgeleiden zijn vaak mensen die ’s ochtends weer vroeg naar hun werk moeten, waardoor hoogopgeleide avondmensen vaker te kort slapen en hun hersenen te weinig rust krijgen’, vertelt ze. ‘We vermoeden dat lager of middelbaar opgeleide mensen vaker een baan hebben waarbij ze rekening kunnen houden met hun slaapritme, zoals een baan in de horeca of met nachtdiensten.’

Aan het feit dat je een avondmens bent, kun je volgens Wenzler weinig doen. Daarom adviseert ze om je lichaam zo weinig mogelijk tegen te werken en rekening te houden met je chronotype. ‘Het heeft weinig zin om als avondmens eerder te gaan slapen, want als je lijf het slaaphormoon melatonine nog niet aanmaakt, dan gaat het niet lukken om te slapen en is het risico groter dat je slechte gewoontes ontwikkelt’, vertelt ze. ‘Het zou daarom mooi zijn als ook werkgevers meer rekening houden met je chronotype, bijvoorbeeld door avondmensen die nu vroeg moeten gaan werken de mogelijkheid te geven later te starten.’