Heeft de grootte van je bord dan toch geen invloed op hoeveel je eet?

Eten van een klein bord is één van de tips die je steevast krijgt als je wil vermageren. Onzin, stellen onderzoekers op basis van een nieuwe studie.

Het effect van de grootte van het bord op hoeveel iemand eet, is al meermaals onderzocht. Er zijn ook al verschillende reviews en meta-analyses gepubliceerd over het onderwerp. Zowel in een eerdere overzichtsstudie als in een nog recenter onderzoek kwamen wetenschappers tot de conclusie dat eten van een kleiner bord maakt dat mensen (als ze zelf kunnen opscheppen) minder gaan eten. Dergelijke overzichtsstudies zijn natuurlijk maar zo goed als de studies waarop ze gebaseerd is. En daar knelt het schoentje. Vaak waren deze studies van mindere kwaliteit: het aantal deelnemers was meestal klein en regelmatig werd enkel gebruik gemaakt van een studentenpopulatie. 

De nieuwe studie heeft daar een antwoord op willen bieden. De 134 deelnemers werden zo gekozen dat ze een weerspiegeling zijn van de algemene volwassen bevolking. Het aantal was ook voldoende hoog om een effect te kunnen meten. En ook de regels om een goede interventiestudie op te zetten werden gevolgd. 

Voor het onderzoek werden de deelnemers ingedeeld in twee groepen. Beide groepen kregen een lunch aangeboden bestaande uit een quiche of een eenpansgerecht. Bij de ene groep werd gebruik gemaakt van grote borden, de andere groep kreeg kleine borden. De deelnemers mochten zelf kiezen hoeveel ze aten. De onderzoekers gingen er van uit dat de deelnemers die een groter bord kregen beduidend meer zouden eten, maar dat bleek niet het geval. Het verschil tussen beide groepen bedroeg slechts 20 kcal (644 versus 624 kcal). Bij gebruik van een groot bord bleven er wel meer restjes achter op het bord. De onderzoekers besluiten dat het geen zin heeft om mensen die willen vermageren aan te raden om te kiezen voor een kleiner bord.

Hoe moeten we dit nieuws interpreteren?

De resultaten van dit goed opgezette onderzoek lijken de bevindingen van de eerdere studies op hun kop te zetten. Dit is niet zo. Het bevestigt wel dat voedingsonderzoek zeer complex is en zelden leidt tot uniforme resultaten. Het is met andere woorden onmogelijk om op basis van één onderzoek voedingsadvies te geven of aan te passen. Het bestaande advies om te kiezen voor een klein bord reeds aanpassen heeft dus geen zin. Wanneer meerdere nieuwe onderzoeken verschijnen, loont het de moeite om alle informatie op een rijtje te zetten en adviezen aan te passen indien nodig.

Conclusie

Of de grootte van een bord effectief het verschil kan maken tussen een kilootje meer of minder, is nog steeds niet 100 procent duidelijk. Het lijkt er wel op dat als er een effect is, dit eerder bescheiden zal zijn. Maar onder het motto dat alle kleine beetjes helpen, kan het geen kwaad om te kiezen voor een klein bord. Al was het maar om restjes te vermijden en zo voedselverspilling tegen te gaan.