In België maakt één op de vijf vrouwen ooit een abortus mee. Dat maakt goede voorlichting belangrijk. Toch is de kennis over abortus bij jongeren opvallend laag.
Beeld: Leerlingen krijgen seksuele voorlichting.
Zelf kan ik me niet herinneren dat abortus ooit ter sprake kwam tijdens mijn middelbare schooltijd. Sinds 2023 zijn er zelfs geen eindtermen meer die over seksuele gezondheid gaan. Hoeveel aandacht er op school aan seksuele voorlichting wordt besteed, hangt af van hoeveel belang de leerkracht eraan hecht. De kans dat jongeren vandaag beter geïnformeerd worden over abortus, lijkt dus klein.
Scholen kunnen een belangrijke rol spelen om jongeren te helpen bewust om te gaan met zwangerschap, het taboe rond abortus te doorbreken en jongeren te informeren over hun rechten. In mijn thesis onderzocht ik wat Vlaamse jongeren eigenlijk weten over abortus. De kennis bleek opvallend laag. Daarnaast doen de resultaten vermoeden dat de lessen over abortus op school niet altijd even doeltreffend zijn.
Beperkte kennis
Voor mijn onderzoek liet ik 497 Vlaamse scholieren uit de derde graad een vragenlijst invullen over abortus. Ik vroeg wat ze weten over abortus, maar ook waar ze hun informatie halen en hoe ze er tegenover staan.
De resultaten waren opmerkelijk. De helft van de leerlingen wist niet wat de legale termijn is voor een abortus in België en slechts 17 procent wist dat jongeren onder de 16 jaar geen toestemming nodig hebben van een ouder. Daarnaast wist meer dan 70 procent van de leerlingen niet wat de verplichte wachttijd is voor een abortus. Zowel over het profiel van mensen die een abortus hebben, als over de procedure en de wetgeving, schoot de kennis tekort.
Ondanks de beperkte kennis, stonden de meeste leerlingen positief tegenover abortus. Zo vond 71 procent dat het mogelijk moet zijn om een abortus te krijgen als de vrouw minder dan twaalf weken zwanger is. De vragenlijst peilde naar hun mening over verschillende omstandigheden waarin een vrouw een abortus wil, bijvoorbeeld bij financiële moeilijkheden of wanneer anticonceptie faalde. De meeste leerlingen vinden dat abortus in dit soort situaties mogelijk moet zijn.
Les over abortus
Het grootste deel van de bevraagde leerlingen gaf aan dat ze al les kregen over abortus op school. Dat lijkt positief, maar verrassend genoeg bleken die leerlingen niet beter geïnformeerd dan wie er niets over leerde. Dit zou erop kunnen wijzen dat de kwaliteit van de voorlichting op scholen niet optimaal is. Misschien komt het onderwerp wel aan bod, maar eerder oppervlakkig of op een manier die jongeren minder aanspreekt.
Mogelijk ligt de focus vooral op de biologische kant, terwijl het wettelijk kader of informatie over hulpverlening onderbelicht blijven. Bovendien gaf slechts 30 procent van de leerlingen aan dat ze er dit schooljaar les over kregen. Dat kan er op wijzen dat abortus vooral in de eerste jaren van het middelbaar besproken wordt, en daarna vaak niet meer aan bod komt.
Wat goede voorlichting kan betekenen
Mijn onderzoek toont aan hoe belangrijk correcte informatie over abortus is. Leerlingen die minder goed geïnformeerd zijn, hebben doorgaans een negatievere houding. En dat maakt uit, want vooroordelen en onwetendheid kunnen jongeren in de weg staan bij moeilijke beslissingen rond ongewenste zwangerschap. Betere lessen kunnen helpen om het stigma rondom abortus te verminderen. Dat stelt jongeren in staat in de toekomst een bewuste keuze te maken. Het idee dat abortus enkel voorkomt bij gemarginaliseerde of sociaal kwetsbare groepen is immers onterecht: één op de vijf vrouwen in België heeft in de loop van haar leven een abortus.
Kennis doet ertoe. Jongeren die meer weten over abortus, zijn milder in hun oordeel. Maar daarvoor is het nodig dat jongeren relevante en correcte informatie ontvangen. Daarin kan onderwijs een sleutelrol spelen. Op voorwaarde dat het thema ook écht besproken wordt, en niet als voetnoot onderaan een les over anticonceptie.
Meer en beter onderwijs over abortus is ook op vraag van de leerlingen zelf. Een meerderheid van de leerlingen geeft aan dat ze zouden willen dat het onderwerp meer aan bod komt op school.
Kansen voor een betere lesaanpak
Wat les over abortus doeltreffender zou kunnen maken, blijkt ook uit de resultaten van mijn onderzoek. Zo hadden jongens gemiddeld een lagere kennis dan meisjes, en bleef bij leerlingen met een sterkere religieuze overtuiging de kennis over abortus vaker beperkt. Deze verschillen tonen het belang van lesinhoud die goed is afgestemd op de diversiteit in de klas.
Voor jongens kan het bijvoorbeeld helpen om duidelijk te maken waarom abortus ook voor hen relevant is, en hoe ze mee verantwoordelijkheid dragen in keuzes rond anticonceptie en zwangerschap. Bij leerlingen met een religieuze achtergrond kan het waardevol zijn om ruimte te laten voor hun visie. Zo hoeft het onderwerp niet in conflict te komen met hun overtuiging, maar kan het net ruimte geven voor gesprek. Deze openheid kan ervoor zorgen dat leerlingen zich meer erkend voelen en dus ook meer openstaan voor informatie over abortus.
Uit mijn bevraging bleek dat er bij jongeren nog veel onduidelijkheid over abortus bestaat. Zo wist het merendeel niet dat een abortus niet altijd in het ziekenhuis gebeurt, of dat je voor een abortuspil niet bij de huisarts terechtkunt. Dit wijst erop dat de lessen over abortus vandaag nog lang niet volledig zijn. Jongeren hebben nood aan duidelijke informatie over hulpverlening, zoals de werking van LUNA-abortuscentra, en over de juridische aspecten van een zwangerschapsafbreking.
Daarnaast is het belangrijk dat leerkrachten hierin niet alleen staan. Ze verdienen aanmoediging en ondersteuning om thema’s zoals abortus op een toegankelijke manier in de klas te brengen. Want les over abortus moet geen uitzondering zijn, maar een evidentie.