Groene daken maken steden koeler en groener, en vangen regenwater op. Om ook nog de biodiversiteit echt te boosten, moet een groendak meer zijn dan een dun laagje sedum.
Groendaken zijn er in verschillende soorten. De eenvoudigste, sedumdaken, bestaan uit een heel dun laagje aarde met daarop vooral vetplantjes die weinig onderhoud vragen. Dit type groendak is niet heel zwaar, waardoor het op de meeste daken aangelegd kan worden. Anderzijds houdt een sedumdak minder regenwater vast, is de isolatiewaarde lager en biedt het minder voedsel voor insecten, waardoor de biodiversiteit lager is. Dat besluiten wetenschappers van Wageningen University & Research uit een evaluatie van de bestaande wetenschappelijke kennis over groendaken.
Meer natuurlijke daken hebben een dikkere laag aarde waar meer plantensoorten op kunnen groeien. Als dat inheemse planten zijn, dan kunnen dat soort daken een paradijs worden voor bijen, vlinders en kevers. En helemaal bovenaan staat de derde, maar meest complexe, variant van een groendak: de echte daktuin, waar zelfs bomen en struiken op kunnen groeien. Zulke daken lijken het meest op natuurlijke ecosystemen en blijken het rijkst aan insectenleven. Over het algemeen geldt dus: hoe dikker de laag aarde op een groendak, hoe meer het dak bijdraagt, maar ook hoe duurder en complexer de constructie ervan.
Niet alleen het type dak is belangrijk. Ook factoren zoals de hoogte van het gebouw, de hoeveelheid groen in de omgeving en hoe oud het dak is, spelen mee. Hoge gebouwen zijn minder geschikt voor sommige soorten, zoals vlinders, die moeite hebben om zulke hoogtes te bereiken. Tegelijkertijd profiteren andere insecten juist van de rustige, warme omstandigheden op een hoog dak.
De onderzoekers benadrukken dat ook toeval een grote rol speelt. De soorten die als eerste aankomen, kunnen de latere biodiversiteit al in grote mate bepalen. Daarna bepalen vooral de plantenkeuze, bodemdiepte en de beschikbaarheid van water welke soorten blijven.
Volgens de onderzoekers kunnen goed ontworpen groene daken een netwerk vormen dat stadsnatuur verbindt met parken en natuurgebieden.