Een mozaïek tegen droogte en wateroverlast

Door de klimaatverandering neemt de kans op droogte én op wateroverlast toe in Vlaanderen. Er is niet één enkel wondermiddel om ons daartegen te wapenen. Water moet meer tijd en ruimte krijgen om langer te blijven waar het uit de lucht valt. Elk landschap vereist daarom een heel eigen mozaïek van maatregelen. Met modellen vergelijken wetenschappers de vele mogelijke ‘mozaïeken’ met elkaar en projecteren ze in de toekomst. Zo zien we welke combinatie het best werkt.  

De ene maand sta je in een zompige moerastuin, de andere zijn je regentonnen leeg, en dat soms in hetzelfde jaar. Je hoort het steeds vaker: we moeten de 'sponsfunctie' van ons landschap herstellen. Dat klinkt geweldig natuurlijk, dat het landschap water gulzig opneemt en traag terug afgeeft, zodat we voldoende water kunnen opnemen én bijhouden. Vandaag lijkt Vlaanderen echter meer op een schotelvod: het landschap neemt maar weinig water op, en het loopt er makkelijk terug uit. Dat komt doordat we heel veel verharding hebben waardoor regenwater geen tijd krijgt om in de bodem te dringen (maar liefst 16% van Vlaanderen is verhard) en ook doordat we Vlaanderen dooraderd hebben met grachten die het water zo snel mogelijk weg laten lopen. Het aanleggen van verharding en drainage maakt menselijke activiteiten zoals stedenbouw en landbouw gemakkelijker, maar hierdoor verliezen we onze natuurlijke buffer van water wanneer het langer niet meer regent. Gelukkig bestaan er manieren om de schotelvod in te wisselen voor een spons. 

Waterzekerheidsdoelstellingen: Vlaanderen moet vooruit denken 

Vlaanderen wil tegen 2050 waterzeker zijn. Dat betekent voldoende en kwalitatief goed water voor mens, natuur en economie, ook in periodes van extreem weer. De Vlaamse overheid vertaalt die ambitie in waterzekerheidsdoelstellingen, die de leidraad vormen voor alle watergerelateerde beleidsplannen. Om die doelen te halen, werkt Vlaanderen aan maatregelen op verschillende niveaus: van lokale infiltratieprojecten en ontharding tot slim waterbeheer in landbouw en industrie. 

Centraal staan drie grote uitdagingen: 

  • Genoeg water: het evenwicht bewaren tussen vraag en aanbod, met meer circulair en hergebruikt water
  • Schoon water: de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater herstellen
  • Veilig water: bescherming tegen overstromingen én droogte

Ook op Europees niveau is er een strategie in de maak om om te gaan met extremen: de ‘Water resilience strategy’. 

Stuwtjes

Een van de mogelijke maatregelen in de ‘mozaïek’ is het plaatsen van regelbare stuwtjes in sloten. Ze beperken de afvoer van water en kunnen toch geopend worden als het grondwaterpeil moet zakken om bijvoorbeeld te ploegen en te zaaien. Wij onderzochten wat er gebeurt als we deze stuwtjes slim inzetten in het stroomgebied van de Kleine Nete. Wat blijkt? Als we in elke gracht stuwtjes plaatsen en ze het hele jaar dicht laten, stijgt de grondwatertafel, neemt de hoeveelheid water in rivieren toe (wat goed is voor de biodiversiteit in en rond de rivier) en vermindert de kans op gewasschade door droogte. Meer zelfs: wanneer we die stuwtjes enkel in de meest natte, lager gelegen gebieden zetten, en openen wanneer landbouwers op hun veld moeten om de grond te bewerken en te zaaien, bereiken we bijna hetzelfde effect! Met andere woorden: we hoeven niet overal de meest drastische maatregelen te nemen. Slimme plaatsing en timing doen wonderen. 

Infiltratiezones tegen de extremen 

We keken niet alleen naar stuwtjes, maar ook naar infiltratiezones. Dat zijn kleine verlaagde groenzones die afstromend regenwater opvangen van het omliggende gebied, zodat water de tijd krijgt om langzaam de bodem in te zakken. Infiltratiezones zorgen voor meer grondwateraanvulling en minder oppervlakkige afstroming. Zeker in stedelijke gebieden hebben infiltratiezones of wadi’s veel effect. De verharding van straten, opritten, terrassen en bebouwing is immers verantwoordelijk voor heel wat oppervlakkige afstroming. De hoeveelheid water in de rivier tijdens droge periodes neemt toe bij de plaatsing van stuwtjes (+11%) of infiltratiezones (+17%). Infiltratiezones verlichten ook het risico op overstromingen in periodes met te veel water, maar stuwtjes kunnen voor meer wateroverlast zorgen. 

Impact van maatregelen op droogte en pieken in de rivieren (uitgerekend op basis van model simulaties tussen 2005-2024 voor de Kleine Nete). Brangers et al. 2025..

Hoe weten we wat de oplossingen zijn?

We gebruikten een hydrologisch model om deze resultaten te berekenen voor het stroomgebied van de Kleine Nete. Zo’n model toont op basis van neerslag, bodemeigenschappen en landgebruik hoe water zich verplaatst door het landschap. Door virtueel stuwtjes of infiltratiezones in het landschap te plaatsen, kunnen we zien hoe het watersysteem daarop reageert. Hoewel dit waardevolle inzichten geeft, moeten we voorzichtig blijven. Zoals George E. P. Box, een Britse statisticus, in 1976 al schreef: ‘Alle modellen zijn fout, maar sommige zijn nuttig’. Elk model is een vereenvoudiging van de realiteit en is dus nooit helemaal correct. Toch kunnen modellen en de scenario’s die we ermee doorrekenen ons inzichten geven over deze realiteit en hoe we ermee om kunnen gaan. Om zeker te weten wat werkt, moeten we dus ook meten wat er gebeurt met het watersysteem op het terrein voor, tijdens én na de aanleg van maatregelen. Alleen zo kunnen we de simulaties afstemmen op de realiteit en de aanpak verfijnen.

 

Foto’s van een stuwtje in Merelbeke-Melle bij ILVO (links) en een infiltratiezone bij Viaverda in Destelbergen (rechts)

Een mozaïek van oplossingen

Het voorbije decennium kwamen in Vlaanderen zowel extreme droogte als extreme wateroverlast voor. In de toekomst zullen de extremen wellicht nog vaker voorkomen. Dat is niet ideaal in een landschap dat water doorlaat als een oude schotelvod. Vlaanderen is bovendien klein en drukbezet. Landbouwers, natuur, industrie, woonwijken, … iedereen wilt grond. Al die gebruikers hebben water nodig, maar het mag ook niet 'in de weg' zitten. Infiltratiezones en stuwtjes kunnen helpen om de impact van droogtes en waterbommen te beperken. Toch zijn ze niet voldoende om de Vlaamse waterzekerheidsdoelstellingen te halen en periodes van extreme droogte en wateroverlast volledig te vermijden. Hiervoor is een systeemaanpak nodig, wat betekent dat we een mozaïek van verschillende oplossingen dienen te leggen in landbouw-, natuur-, industrie- én stedelijk gebied. Die mozaïek kan vele vormen aannemen en past zich idealiter aan aan de eigenheid van elk landschap, boven en onder de grond. Het is dan ook cruciaal dat alle watergebruikers zich bewust zijn van de noodzaak om ons voor te bereiden op een veranderende toekomst en een constructieve dialoog met elkaar aangaan.

TURQUOISE

Het FWO-SBO-project Turquoise is een interdisciplinair onderzoeksproject over het potentieel van blauwgroene strategieën. Dit project liep van 2021-2025 en kreeg financiële steun van het FWO. Concreet werd onderzocht hoe proactieve maatregelen kunnen bijdragen om de beschikbaarheid van water te vergroten. Dit gebeurde op lokale en grotere schaal, waarbij ook de economische kant van het verhaal werd onderzocht en de barrières of kansen om de implementatie van de proactieve maatregelen te verhogen.

Webpagina TURQUOISE