Hittegolven in de oceaan hebben desastreuze gevolgen

Niet alleen op land krijgen we steeds meer te maken met hittegolven. Ook de oceanen hebben er last van.

U weet het vast nog wel. Op het journaal werd er de vorige maand ruim van tevoren voor gewaarschuwd: er kwam weer een hittegolf aan. Iedereen hield er rekening mee. Steden en gemeenten haalden, voor zover aanwezig, hittegolfplannen uit de kast. Dit keer waren we echt voorbereid. Maar toch temperaturen van 43-46oC…. Dat is puffen geblazen.

Na de hittegolf van 2003 hebben we ons lesje geleerd en ons plan getrokken. Toen stierven er in West-Europa maar liefst 70.000 mensen. Dit was het gevolg van een zomer met, dacht men toen, uitzonderlijk weer. De zomer van 2003 was één van de heetste Europese zomers ooit. Hierdoor ontstond er in een aantal landen een gezondheidscrisis. Maar ook werden de gewassen op het land niet gespaard. Het zwaartepunt van de hittegolf lag in het begin van de maand augustus. Maar over de sterke hittegolf in de Middellandse Zee, hoorde je in de media niets. Toch duurde die ruim een maand en was de temperatuur van het zeewater bijna 4oC hoger dan normaal.

Smeltwaterrivier in Groenland. Credits: Dave Walsh

Dit jaar hebben we onze hittegolf in augustus alweer achter de rug. Nieuws was dat deze naar het noorden trok, waar de Groenlandse ijskap begon te zweten. Er smolt maar liefst 12,5 miljard ton ijs op één dag en 197 miljard in de hele maand juli. Wellicht moeten we de dijken in Nederland, waar een nieuw deltaplan wordt uitgevoerd, nog hoger maken dan is voorzien. Het KNMI houdt nu ook rekening met een mogelijke zeespiegelstijging van 2,5-3 meter aan het einde van de eeuw. Dat is heel wat meer dan de 1,20 meter, waarmee bij het opstellen van de nieuwe plannen rekening werd gehouden. En in België? Hoog tijd voor een nieuw, actueel Sigmaplan, lijkt mij. 

Tegenwoordig houden we het goed bij hoe warm een maand dit keer weer is. Juli was dan ook de warmste julimaand ooit. Begin volgend jaar weten we weer welke plaats dit jaar inneemt in de top tien van warmste jaren ooit. Zo staat 2018 op de vierde plaats ervan. De metingen begonnen overigens in 1880. Ook is duidelijk dat de meeste ‘warmste jaren ooit’ na 2000 plaats hebben gevonden. De afgelopen vijf zijn de vijf warmste jaren ooit en 2019 staat vast in die top vijf.

Minder vlees, niet BBQ’en in Siberië

Deze week werd er ook een nieuw speciaal rapport van het IPCC bekend. Het gaat over het klimaat en ons landgebruik. Onze uitbundige levensstijl met veel vlees en luxe, heeft wel degelijk zijn invloed op de klimaatverandering. Het landgebruik voor menselijke activiteiten is hoog: 70% van het ijsvrije landoppervlak. Het ruimtebeslag van de landbouw en veeteelt is hierbinnen bijzonder hoog. De CO2-uitstoot van onze voedingsindustrie is maar liefst 38% van de jaarlijkse menselijke uitstoot. De IPCC adviseert dan ook om meer groenten en minder vlees en zuivelproducten te eten.

Nu brandt er een gebied groter dan België. De oorzaak? De mens.

De enorme natuurbrand in Siberië was ook regelmatig in het nieuws. Het lijkt wel of het noordpoolgebied steeds vaker in brand staat. Nu brandt er een gebied groter dan België. De oorzaak? De mens. Dat blijkt uit een analyse die laat zien dat het grootse deel van de branden ontstaat langs de rivieren, wegen en gebieden waar bomen worden gekapt. Het begin is vaak een achteloos weggeschoten ‘onschuldige’ sigarettenpeuk! Hittegolven zijn dodelijk voor mens en dier. Ze verwoesten oogsten en bossen.

De opwarming zelf is ook door menselijke activiteiten veroorzaakt. De huidige klimaatverandering wordt juist in de poolgebieden uitvergroot. Hierdoor is het er warm en verspreiden de branden zich snel. Tienduizenden mensen vluchten voor het natuurgeweld dat gigantische rookwolken en grote hoeveelheden CO2de lucht in stuurt. En zo verdwijnt een natuurlijke opslagplaats van de CO2-uitstoot en jaagt het de klimaatverandering verder aan. De vraag is al lang niet meer of we een kantelpunt zullen bereiken. De vraag is eerder wanneer dat gaat gebeuren en wanneer we de gevolgen ervan gaan voelen en inzien.

De oceaan heeft koorts

Wanneer het zo warm is zijn het topdagen voor de kust. Miljoenen mensen zoeken verkoeling aan ons volgebouwde Noordzeestrand. Goed voor de toeristische sector, maar vaak helemaal niet goed voor de vervuiling. Het is bewonderingswaardig hoeveel rotzooi we, na een gezellig dagje strand, achterlaten. Dit ondanks de pogingen van de overheid en vele vrijwilligers om de boel schoon te houden. Maar het effect van onze activiteiten raakt niet alleen het land. Ook in de zee zijn de gevolgen steeds duidelijker merkbaar. Hittegolven in de oceaan…kan dat?... waar eindigt dit?

Wetenschappers bestuderen hittegolven op het land al tientallen jaren. Pas een paar jaar geleden besefte men dat er ook hittegolven in de oceanische ruimte voorkomen. In de afgelopen vijf jaar vonden er een paar opvallende hittegolven in de Stille Oceaan plaats. Hierdoor kreeg dit onderzoek een stimulans. Zo was er de warmwaterbel, ook wel ‘The Blob’ genoemd, in de noordoostelijke Stille Oceaan. Die kostte zeeotters in Alaska en zeeleeuwen in Californiëhet leven en de verstoorde Noord-Amerikaanse visserij in 2014 en 2015. Een ander duidelijk signaal was het afsterven van koralen onder invloed van de El Niño van 2015-2016.

Hittegolven in de oceanische ruimte. De balk geeft de temperatuur ervan aan. © NCAR

Ja, u leest het goed. Hittegolven komen ook in de oceaan voor. En hun aantal neemt toe. In de afgelopen tien jaar zijn ze in alle oceanen waargenomen. Evenals dat voor een atmosferische hittegolf het geval is, bestaat er ook een definitie voor dit verschijnsel in de oceanische ruimte. In de oceaan gaat het ook om een langdurige periode, die duidelijk kan worden beschreven met een begin en eindpunt, waarin het water abnormaal warm is. Ook moeten de intensiteit, de ontwikkeling en de ruimtelijke omvang ervan, helder kunnen worden beschreven. Eenvoudig gezegd gaat het om een afwijking ten opzichte van een meerjarig gemiddelde van tenminste 30 jaar in een bepaald gebied. 

Dat betekent dat mariene hittegolven zowel in de zomer als in de winter kunnen voorkomen. Evenals dat bij orkanen het geval is, heeft men de kracht ervan verdeeld in een aantal categorieën. Het uitgangspunt hierbij is de gemeten temperatuur van het oppervlaktewater over een periode van 30 jaar. Op grond van de omvang van de afwijking zijn er internationaal vier categorieën vastgesteld: I, II, III en IV of wel matig, sterk, zwaar en extreem. Ook zijn er afspraken gemaakt over de naamgeving van deze hittegolven. Die wordt samengesteld uit het zeegebied waar de hittegolf plaatsvindt, in combinatie met het jaar waarin deze voorkomt. Zo wordt de naam van “The Blob” dan heel netjes: “Northeast Pacific 2015 Marine Heatwave”.

De toename heeft ernstige gevolgen voor de mariene ecosystemen, de biodiversiteit, de visserij, aquacultuur en het toerisme.

Australische wetenschappers analyseerden metingen van de oppervlaktetemperaturen van de zee, vanaf schepen en boeien en met satellieten over de periode 1925-2016. Daarbij werd ook rekening gehouden met de invloed van de El Niño’s en La Niña’s. Hun resultaten werden in april 2018 gepubliceerd in het bekende tijdschrift Nature Communications. Daaruit bleek dat het aantal hittegolven in de oceanische ruimte, evenals de duur ervan, toeneemt met respectievelijk 34% en 17%. De grootste toename gebeurde in de afgelopen decennia en is gerelateerd aan de door de mens veroorzaakte klimaatverandering. Deze toename heeft ernstige gevolgen voor de mariene ecosystemen, de biodiversiteit en de visserij, aquacultuur en het toerisme.

Uit een ander onderzoek blijkt dat als, ondanks alle inspanningen na het klimaatakkoord van Parijs in 2015, de gemiddelde temperatuur op aarde toch 3,5oC stijgt, de frequentie van mariene hittegolven tegen het einde van deze eeuw met een factor 41 toeneemt. Dat betekent dat er dan mondiaal gezien, om de drie dagen ergens in de oceanische ruimte een hittegolf zal zijn. Dit terwijl ze voor de Britse industriële revolutie slechts gemiddeld om de 100 dagen voorkwamen. Dat is funest voor de onderwaterwereld en leidt tot een oceaan die we nog nooit hebben gekend. Dit is een Frankenstein-scenario, dan komt onze slechtste nachtmerrie uit.

The Blob

Deze categorie III hittegolf begon zich in het najaar van 2013 in de noordoostelijke Pacific te ontwikkelen en bleef daar bijna twee jaar actief. De hittegolf ontstond onder invloed van een hardnekkig hogedrukgebied boven de Golf van Alaska. Hierdoor was er in de winter een kalme oceaan die minder afkoelde dan gewoonlijk. Er waren geen felle winterstormen die koud voedselrijk water uit de diepte deed opwellen. Het gevolg was dat het water ongewoon warm was toen het voorjaar met nieuwe opwarming aanbrak. Maar dit was nog maar het begin. De hittegolf bleef maar groeien in de jaren daarna. De slachting onder het zeeleven was ongekend.

The Blob was een hittegolf van 711 dagen in de NO Stille Oceaan.© American Geophysical Union.

Het ontbrak de klimatoloog Nick Bond van de Washington Universiteit in Seattle niet aan fantasie toen hij de het verschijnsel “The Blob” noemde. Hiermee verwees hij naar een horrorfilm uit 1958 waarin een buitenaards wezen in een meteoriet op aarde komt. Een groepje tieners ontdekt de meteoriet en het mysterieuze wezen dat op een reusachtige gelatinepudding lijkt. Het eet alles op wat het tegenkomt. “The Blob” in de Stille Oceaan groeide ook als een kool. In het begin was het een min of meer cirkelvormige structuur van 1800 kilometer en een dikte van 90 meter. 

In de zomer van 2015 strekte die zich uit langs de Amerikaanse westkust, van Californiëtot aan de Aleoeten. ‘The Blob’ had toen een oppervlakte van ruim 4 miljoen kmen een dikte van 90 meter. In dat gebied was de gemiddelde watertemperatuur circa 2,5oC hoger dan normaal. Vervolgens was er ook nog eens een El Niño in de Stille Oceaan, waardoor de temperaturen nog meer opliepen. National Geographicvatte in augustus 2016 alles samen met de kop: “The blob that cooked the Pacific.” Uiteindelijk arriveerde in het najaar van 2016 het stormachtige, koele zusje La Niña, waardoor de oceaan afkoelde. De fysische kanten van het proces zijn relatief eenvoudig met satellieten en waarnemingssystemen in de oceanische ruimte te volgen. Maar het Frankenstein-scenario was nog niet af.

In het najaar van 2017 dacht de marien bioloog Steven Barbeaux van het NOAA Alaska Fisheries Science Center, dat hij een computerstoring had. Hoe kun je anders verklaren dat meer dan 100 miljoen Pacifische kabeljauwen plotseling uit de wateren van Zuid-Alaska zijn verdwenen? Maar met zijn computer was niets aan de hand. Met de kabeljauw echter wel. Het visbestand was in twee jaar tijd met maar liefste 70% gedaald; een verlies van 100 miljoen dollar. Hoe kan dat? “The Blob” was direct de hoofdverdachte. Uit het onderzoek dat volgde kwam een scenario naar voren dat zelfs Frankenstein niet had kunnen verzinnen.

Toxische algenbloei voor de kust van Vancouver Island in Canada. © NASA

Het drama begon aan de basis van de voedselketen, waarbij het aantal planktonbloeien verminderde omdat er door de hittegolf geen koud voedselrijk water uit de diepzee naar boven was gekomen. Hierdoor was er minder voedsel voor de copepoden of roeipootkreeftjes, vetrijke schaaldiertjes ter grootte van een sesamzaadje. Copepoden behoren tot het zoöplankton dat vervolgens weer door kleinere vissen wordt gegeten. Vervolgens kwam er met het nieuwe warme water in 2015 ook nog eens vermagerd zoöplankton mee. Hierdoor brokkelde de basis van de voedselketen af. Dat heeft uiteraard ook gevolgen voor de hogere dieren in deze keten.

Een dodelijke golf

Zo verdwenen ook de lodde en de zandspieringen, die het voedsel zijn van talloze vogels en hadden de kabeljauw en de leerlooierskrab honger. Maar niet alleen zij. In de winter van 2014 spoelden duizenden uitgehongerde cassins alken (Ptychoramphus aleuticus) op de westkust van de VS aan. Op nieuwjaarsdag wandelde een gepensioneerde vogelkenner langs het strand en struikelde bijna over de witte en grijze lichamen van ruim 8000 zeekoeten. Ze lagen in keurige, evenwijdige, aangespoelde rijen op het strand. Daarna vond men ze overal langs de kust in Alaska. Meer dan een half miljoen stierven door gebrek aan voedsel.

Daarnaast verdween op mysterieuze wijze een deel van de walvissen die gewoonlijk in Alaska's Glacier Bay de zomer doorbrengen, nadat ze in de winter bij Hawaii en Mexico hadden gekalfd. De populatie nam met zo’n 30% af. Van de kalveren keerde er geen één terug. 28 bultruggen en 17 gewone vinvissen spoelden in 2015 op de stranden van Alaska en British Columbia aan. Ook de zeeotters ontkwamen niet en stierven bij bosjes. 

Nog dramatischer zijn de verhalen van de stervende zeeleeuwen aan de kust van Californië. Zieke pups, met hun vacht los over hun botten hangend en totaal uitgehongerd, werden door de wind aan land geblazen. Hier stierven ze in portieken en onder vrachtwagens. Een van hen krulde zich op in een stoel bij een luxe hotel en stierf. In vijf maanden strandden er meer dan 5000 pups.

Ondervoede en stervende zeeleeuw in Californië. © NOAA Alaska Fisheries Science Center en COASST, D. Derickson.

Met het visbestand ging het ook niet erg goed. In warm water hebben vissen meer voedsel nodig. Maar dat was er door de hittegolf juist niet. Vissen slankten af en waren gevoeliger voor ziekten. De populaties werden kleiner. Ook zochten ze koudere, meer noordelijk gelegen oorden op. Dat is overigens een trend waar de IPCC ook al op wees. Visbestanden verplaatsten zich onder invloed van de klimaatverandering naar het Arctisch gebied. Zeeleeuwen en haaien werden door het voedselgebrek ook agressiever. Zo viel een hamerhaai, die zelden in de Californische wateren voorkomt, een duiker aan die net een vis had gevangen en in zijn boot wilde klimmen. Sinds die tijd mist hij een hand.

Door het gif werden niet alleen de zeeleeuwen ziek, maar stierven ook grote aantallen zeevogels, schildpadden en zeehonden.

In het voorjaar van 2015 was er een ongekend grote, giftige algenbloei van de Pseudo-nitzschia, voor de Amerikaanse westkust. Het gevolg was dat het oogsten van schaaldieren werd verboden. Ook werd het gif ervan in vissen, zoals de ansjovis, aangetroffen. Door dit gif werden niet alleen de al genoemde zeeleeuwen ziek, maar stierven ook grote aantallen zeevogels, schildpadden en zeehonden. Sterfgevallen van mensen zijn niet bekend. In de Monteray Bay was de ansjovis juist in grote hoeveelheden aanwezig. Dit tot groot genoegen van een vijftigtal walvissen die er een ware feestmaaltijd aan hadden. Dit was een ongekend schouwspel dat je vanuit het beroemde Monterey Bay Aquarium kon zien.

“The Blob” is volgens de meeste onderzoekers, niet een direct gevolg van de klimaatopwarming. Maar ondertussen warmt nu de Beringzee op. Komt “The Blob” wellicht nu al terug? De eerste liet ons zien waartoe een samenloop van omstandigheden kan leiden. Een vergelijkbare hittegolf zal over dertig jaar, in een dan verder opgewarmde oceaan, nog grotere gevolgen hebben. Daarom zoekt men naar mogelijkheden om hittegolven in de oceanische ruimte te voorspellen. Dan kan men er immers beschermende maatregelingen tegen nemen. De beste maatregel is echter om er voor te zorgen dat de klimaatopwarming binnen de perken blijft. En in elk geval onder de door onze politici in Parijs afgesproken 1,5oC. Maar ik vraag me wel af of dat lukt in een land zonder een klimaatplan en waar bevlogen klimaatactivisten op popfestivals worden uitgejouwd en blijkbaar met flessen urine worden bekogeld.