Hoe de kogelvis zichzelf veilig opblaast

Wetenschappers ontrafelen de herkomst van de stekels van de kogelvis. Op vlak van ontwikkeling lijken die meer op haar en pluimen dan op schubben.

‘Kogelvissen behoren tot de raarste vissen in de oceaan. Ze hebben een skelet zonder ribben en buikvinnen, snavelachtige tanden en stekels in de plaats van schubben. Die stekels zitten niet over hun hele lijf, maar in groepjes’, beschrijft Gareth Fraser, bioloog aan de Universiteit van Florida. Zijn onderzoeksteam volgde de embryonale ontwikkeling van de stekels van de kogelvis. Hun eerste hypothese luidde: ze zijn afkomstig van schubben, die door de evolutie omvormden tot stekels. Die stelling bleek echter niet te kloppen.

Schubben zijn als tanden

De groep genen met het bouwplan van de stekels, zijn dezelfde die instaan voor de ontwikkeling van haren en pluimen bij andere gewervelden. Fraser: ‘Het is verwonderlijk dat, ongeacht hoe verschillend die huidstructuren zijn, ze dezelfde groep genen gebruiken tijdens de ontwikkeling.’ Visschubben behoren tot een andere categorie. Zij staan qua evolutie en ontwikkeling dichter bij tanden dan bij haar en pluimen.

De onderzoekers willen nu achterhalen waarom de stekels anders verdeeld zijn bij verschillende kogelvissen en hoe de soort ooit zijn schubben inruilde voor stekels. Ze zetten de eerste stappen daarin door bepaalde genen te blokkeren. Daardoor verschenen er minder stekels, of  stonden ze op andere plaatsen. Die genen kunnen de evolutie van de kogelvis sturen. 

Veilig in ballonvorm

 ‘De kogelvis kan zichzelf opblazen door water of lucht in te slikken. Dat maakt de huid gevoeliger en verhoogt het risico op beschadiging, vooral bij de buik. De stekels voorkomen dat. Bij sommige kogelvissen zijn de meeste stekels verdwenen en blijven enkel die bij de buik over. Het kan dat de hoeveelheid stekels bepaalt welke rol de vis inneemt in het ecosysteem, aldus Fraser.