Ontbossing door Maya’s laat zich nog altijd voelen

De laaglanden in Mexico en Guatemala mogen dan begroeid zijn met dicht regenwoud, de koolstofopslag van de bodem is nog veeleer beperkt.

De bodem – pakweg de eerste meters onder het landoppervlak – bevat naar schatting twee keer zoveel koolstof als de atmosfeer. Dat bodems een belangrijke rol spelen in de koolstofkringloop, en dat het dus zaak is om de koolstof zoveel mogelijk in de grond te laten zitten, weten wetenschappers allang. En ze weten ook dat oude, dichtbegroeide tropische regenwouden een veel sterkere koolstofbuffer zijn dan pakweg bossen in de taiga.

Sommige regenwouden lijken heel authentiek, maar zijn dan niet. ’t Is te zeggen, ze zijn er pas gekomen nadat de mens plaats geruimd had voor de natuur. Dat kan het gevolg zijn van beleid, zoals we nu bij herbebossingcampagnes in Europa zien, maar evengoed van een ramp die een volledige beschaving kopje onder duwt.

Het einde van de Mayabeschaving, waarvan de kern lag in de laaglanden van Mexico (het schiereiland Yucatán) en Guatemala, was zo’n ramp die voorafging op een lange periode van (natuurlijke) herbebossing. Ironisch genoeg gingen de Maya’s precies ten onder aan de gevolgen van ontbossing – al is nog niet iedereen het hiermee eens.

Volgens een team van Amerikaanse, Candese en ook Zwitserse onderzoekers is de bosbodem onder het regenwoud dat zich al meer dan duizend jaar uitstrekt bovenop de resten van de Maya-nederzettingen, nog altijd niet ‘hersteld’ van de behandeling die de Maya’s ze gaven – ontbossing voor intensieve landbouw en houtontginning.

De mate van dat herstel konden ze aflezen aan de opslagcapaciteit van de bosbodem. Die blijkt nog altijd pakken lager te liggen dan (op het eerste gezicht) vergelijkbare stukken woud elders in Centraal- en Zuid-Amerika.

"Het voorbeeld van het ‘oerwoud’ in Mexico en Guatemala laat zien dat je de koolstofbuffer van een bos niet zomaar een-twee-drie kunt vervangen"

Het onderzoek plaatst ook vraagtekens bij de praktijk van de compensatiebossen, waarbij oude bossen worden gekapt en waarbij er elders nieuw aangeplant bosoppervlak bijkomt. Het voorbeeld van het ‘oerwoud’ in Mexico en Guatemala laat zien dat je de koolstofbuffer van een bos niet zomaar een-twee-drie kunt vervangen.