Column

Blunders en blauwe haren

Iedereen kan zich wel een moment van schaamte herinneren. Maar wat is het nut van schaamte? En kunnen we pijnlijke herinneringen doelbewust vergeten?

Je komt aan op het eindfeest van je middelbare school, dat werd aangekondigd als themafeest: een ‘Venetiaans bal’. Samen met je moeder heb je zorgvuldig een outfit gekozen bij je felblauwe masker: blauw T-shirt, blauwe broek, blauwe uitwasbare verf in je haren. Maar je ziet het meteen bij binnenkomst: bijna niemand is verkleed! Geschrokken ren je de toilethokjes in, waar een tweede schrik je overvalt: de blauwe haarverf is uitgelopen over je hele gezicht.

Nee, dit is geen nachtmerrie, geen openingsscène van een slechte romcom, maar iets wat me twintig jaar geleden echt is overkomen. En nog steeds denk ik er soms met buikpijn aan terug.

Er zijn weinig herinneringen zo sterk als die waar we ons voor schamen. Struikelen in het openbaar, een onhandige opmerking maken tegen iemand naar wie je opkijkt, je tekst vergeten op een podium … Iedereen kan zich wel zo’n blunder van zichzelf voor de geest halen. Maar als het ons zo ongemakkelijk doet voelen, waarom is ons geheugen voor schaamte dan zo sterk?

Het nut van schaamte is vanuit evolutionair perspectief goed te begrijpen. Mensen die aansluiting vinden bij een veilige groep hebben hogere overlevingskansen. Daarom hebben we ons zo ontwikkeld dat we gemotiveerd zijn om sociaal te zijn en ‘erbij te horen’. Schaamte helpt ons daarbij: het koppelt gedrag dat ongepast is en dat zou kunnen leiden tot afwijzing van de groep aan een sterke, negatieve emotie, zodat we dit gedrag in de toekomst zullen vermijden.

We willen bij een groep horen, en daardoor voelen we schaamte bij ‘ongepast gedrag’

En toch, zoals bij bijna alle emoties: wanneer de schaamte extreme vormen aanneemt, werkt die niet langer in ons voordeel. Zo toont onderzoek aan dat beschamende gebeurtenissen, zeker die uit onze vroege jeugd, traumatische gevolgen kunnen hebben. De herinnering aan dergelijke gebeurtenissen kan zomaar ons bewustzijn binnendringen en leidt dan vaak tot rumineren: herhaaldelijk nadenken over je gedachten en gevoelens op dat moment, zodat je die telkens opnieuw herbeleeft. Ook vele jaren later nog verhogen sterk beschamende gebeurtenissen de kans op symptomen van depressie en angst, en zelfs paranoia.

Soms lijkt het dan ook beter om een bepaalde pijnlijke herinnering gewoon te vergeten. Maar kunnen we dit zomaar uit vrije wil doen? Studies naar ‘gemotiveerd vergeten’ suggereren van wel. In de eerste onderzoeken naar dit fenomeen moesten deelnemers verschillende combinaties van twee woorden leren. Vervolgens moesten ze bij sommige woorden wél proberen het bijpassende woord te bedenken, maar bij een ander deel van de woorden juist niet. Later was hun geheugen voor de woorden waar ze bewust niet aan hadden moeten denken daadwerkelijk slechter. In vervolgonderzoek werd aangetoond dat deze techniek ook werkt voor het bewust vergeten van negatieve afbeeldingen en zelfs van details uit onze eigen negatieve herinneringen.

Toch werkt gemotiveerd vergeten niet altijd en voor iedereen even goed. Het lijkt minder makkelijk te zijn voor echt heftige gebeurtenissen, en mensen met angstklachten of zelfs met slaaptekort zijn er over het algemeen minder goed in. Bovendien is het niet nodig om schaamtevolle episodes uit ons leven volledig uit ons geheugen te wissen. Het is belangrijker dat we de negatieve emoties die gekoppeld zijn aan onze herinneringen op een constructieve manier leren te verwerken. Dat lukt gewoonlijk door de herinnering geleidelijk van onze emoties los te koppelen, waarbij herhaaldelijke blootstelling (exposure) een handig hulpmiddel is.

Zo vertelde ik mijn beste vriend jaren geleden voorzichtig over het ‘blauwe-haar-incident’. Hij vond het, naast aandoenlijk, ook een ontzettend grappig verhaal. Sindsdien vertel ik de anekdote af en toe op een feestje, of aan een nieuwe liefde, want ja, inmiddels kan ik er zelf ook de humor wel van inzien. Maar blauwe haarverf zul je mij niet meer zien kopen – en zo heeft mijn schaamte toch nog zijn evolutionair nut gehad.