Oude, grote bomen brengen je tot rust (en jonge boompjes doen dat veel minder)

In wijken in de stad waar grote bomen staan, gaat minder medicatie over de toonbank. De inwoners lijden er minder aan depressies of hart- en vaatziekten.

Onderzoekers van de KU Leuven brachten in Brussel het aantal bomen in kaart op basis van vliegtuigbeelden. Ze konden ruim 600.00 bomen identificeren – het ging dan zowel om bomen op straten en in parken, als om bomen in tuinen. Ze noteerden ook de grootte van de kruin. Die gegevens vergeleken ze met de verkoop van medicijnen tussen 2006 en 2014 tegen hart- en vaatziekten en tegen stemmingsstoornissen zoals depressie.

Bomen met een grote kruin, die dus ouder zijn, vertoonden een samenhang met een lager verbruik van de medicijnen. In wijken met veel groen wonen weliswaar meer welgestelde mensen, en een hoge socio-economische status hangt samen met een betere gezondheid. Maar de conclusie bleef ook overeind toen de onderzoekers corrigeerden voor socio-economische achtergrond. Ook als je geen financiële problemen hebt, loop je in een wijk zonder grote bomen dus meer risico op mentale problemen, een hoge bloeddruk of hoge cholesterol. In wijken met grote bomen lag het verbruik van medicatie tegen hart- en vaatziekten, zoals bètablokkers, tot een kwart lager dan in wijken zonder grote bomen. Voor medicatie tegen mentale problemen, zoals antidepressiva, was dat tot bijna een derde lager.

Aangeboren neiging

Oude, grote bomen in de stad bewaren houdt vanuit gezondheidsperspectief meer steek dan het aanplanten van tien nieuwe, jonge bomen, besluiten de onderzoekers.

Het was al langer bekend dat de natuur goed is voor onze gezondheid. In de natuur zijn (of zelfs er gewoon op uitkijken) brengt ons tot rust. ‘Uit studies blijkt dat het ervoor kan zorgen dat het niveau van het stresshormoon cortisol daalt’, zei politicoloog en milieuwetenschapper Hans Keune (Universiteit Antwerpen) daar eerder over in de Eos-podcast Vraag het Aan. En chronische stress verhoogt het risico op hart- en vaatziekten, en wellicht ook op een depressie. ‘Het parasympathisch zenuwstelsel, dat ons tot rust brengt, wordt actiever, en het sympathisch zenuwstelsel, dat ons alert maakt en ons klaarmaakt om weg te rennen, wordt minder actief.’ Keune spreekt in dit verband ook van de biofilie-hypothese: de mens zou een aangeboren neiging hebben om connectie te zoeken met de natuur. Daarnaast nodigt een groene omgeving ook meer uit om buiten te komen en te bewegen. Wat een goede invloed heeft op het gemoed, het lichaamsgewicht en de cardiovasculaire gezondheid.

Meer weten? Luister dan ook naar de onze podcast 'Wat doet de natuur met onze gezondheid?'

Wat als de dokter je geen medicijn, maar een portie natuur zou voorschrijven? In de natuur zijn doet wat met je, zegt politicoloog en milieuwetenschapper Hans Keune. Wat dat groen dan precies voor je gezondheid betekent, hoor je in de podcast Vraag Het Aan.