De resultaten van de Vlaamse toetsen van 2025 zijn binnen. Zijn er verschillen ten opzichte van vorig jaar?
In 2024 werden voor het eerst Vlaamse toetsen afgenomen bij alle leerlingen in het vierde leerjaar lager onderwijs en het tweede jaar secundair onderwijs. Dit schooljaar werden de toetsen opnieuw afgenomen in dezelfde leerjaren. De toetsen brengen in kaart in welke mate leerlingen de onderwijsdoelen voor leesbegrip en wiskunde onder de knie hebben. In september ontvangt elke school een feedbackdashboard met de eigen resultaten. Die feedback kan scholen ondersteunen bij het realiseren van krachtig onderwijs voor alle leerlingen.
Hoe zien de resultaten voor het lager onderwijs eruit?
De resultaten van de Vlaamse toetsen in 2024 en 2025 liggen in dezelfde lijn. Er zijn geen betekenisvolle verschillen tussen de resultaten voor beide afnamejaren. Voor de toets leesbegrip bereikt in 2025 meer dan driekwart (76%) van de leerlingen vaardigheidsniveau C of D. De niveaus lopen van A (hoogste niveau) tot E (laagste niveau). Voor elk niveau is er een inhoudelijke toelichting die per toets verschilt. Dat betekent dat de niveaus over de toetsen heen niet zonder meer met elkaar vergeleken kunnen worden.
Meer dan driekwart (76%) van de leerlingen behaalt ook niveau C of D voor wiskundige problemen oplossen. Voor die toets moeten leerlingen een geschikte strategie op een situatie toepassen om een vraag op te lossen. Voor andere wiskundethema's doen de leerlingen het beter: voor bijvoorbeeld getalbegrip behaalt meer dan driekwart (77%) van de leerlingen niveau B of C. Voor meetkunde behaalt meer dan de helft (65%) niveau A of B.
De resultaten voor het vierde leerjaar lager onderwijs krijgen met name betekenis in het zesde leerjaar, wanneer dezelfde groep leerlingen nog eens de toetsen aflegt. Zo kunnen we nagaan of diezelfde leerlingen de eindtermen van het zesde leerjaar behalen en in welke mate ze leerwinst hebben geboekt.
En voor het secundair onderwijs?
Ook die resultaten liggen grotendeels in dezelfde lijn als vorig jaar. Bijna alle leerlingen in de A-stroom behalen de eindtermen voor basisgeletterdheid voor zowel leesbegrip (98%) als wiskunde (96%-100%). De meerderheid van de leerlingen in de B-stroom behaalt eveneens de eindtermen basisgeletterdheid voor leesbegrip (77%) en wiskunde (65%-100%). Dat betekent dat die leerlingen voldoende functioneel geletterd en gecijferd zijn om te functioneren in de 21e-eeuwse samenleving. Toch is nog bijna een kwart van de leerlingen in de B-stroom onvoldoende geletterd. Ongeveer een derde is ook nog onvoldoende gecijferd op het vlak van getallenleer.
Voor de reguliere eindtermen in het secundair onderwijs zien we een gevarieerd beeld. Net zoals in 2024 beheerst de overgrote meerderheid (81%) van de leerlingen in de A-stroom de reguliere eindtermen voor leesbegrip. Voor wiskunde verschilt dat beeld afhankelijk van het getoetste wiskundethema: 17% van de leerlingen behaalt de eindtermen voor wiskundige problemen oplossen terwijl net iets meer dan de helft (52%) van de leerlingen de eindtermen voor getallenleer bereikt. De overgrote meerderheid van de leerlingen bereikt de eindtermen voor tabellen en diagrammen (70%) en meetkundige objecten en relaties (88%).
Net zoals in 2024, beheerst iets meer dan de helft van de leerlingen (57%) in de B-stroom de reguliere eindtermen voor leesbegrip. Voor wiskunde verschilt het resultaat opnieuw: 34% van de leerlingen behaalt de eindtermen voor wiskundige problemen oplossen terwijl minder dan de helft (44%) van de leerlingen de eindtermen voor getallenleer bereikt. De overgrote meerderheid van de leerlingen behaalt de eindtermen voor tabellen en diagrammen (75%) en meetkundige objecten en relaties (94%). Alle resultaten zijn hier te vinden.
Kunnen we die resultaten verklaren?
Onderzoekers van het Steunpunt Centrale Toetsen in Onderwijs voeren de komende maanden verdiepende analyses uit. Ze gaan na hoe bepaalde kenmerken van leerlingen en scholen samenhangen met lagere of hogere toetsresultaten. Ze zoeken ook uit welke klaspraktijken werken op scholen die hogere resultaten behalen dan verwacht, bijvoorbeeld bij een kwetsbaar leerlingenpubliek.
Krijgen scholen ondersteuning?
Eind september ontvangen alle scholen schoolfeedback. Die feedback bestaat uit: (1) een feedbackdashboard en (2) een e-cursus. Het dashboard toont de schoolresultaten vergeleken met die van Vlaanderen en met vergelijkbare scholen. De e-cursus biedt niet alleen ondersteuning bij het raadplegen en interpreteren van de eigen toetsresultaten maar ook bij het inzetten van die resultaten in functie van schoolontwikkeling. De Vlaamse toetsen zijn immers bedoeld om scholen te ondersteunen bij het realiseren van krachtig onderwijs voor alle leerlingen.