Onze persoonlijkheid is in de afgelopen zeventig jaar behoorlijk veranderd, betoogt klinisch psycholoog Jan Derksen. We zijn extraverter en narcistischer geworden. En dat is slecht nieuws voor onszelf, maar ook voor de wereld om ons heen.

Op een avond in 1988 raakte de vader van Jan Derksen, een doorgaans zwijgzame en ingetogen man, overmand door emoties. Op aandringen van zijn zoon vertelde hij over zijn twee zussen die het bombardement van Nijmegen in 1944 niet hadden overleefd. Het verdriet daarover had hij zijn leven lang voor zichzelf gehouden, maar nu stroomde het eruit. Het was de enige keer. Daarna sprak hij er nooit meer over.
Met de anekdote illustreert Derksen hoezeer de generatie van zijn vader de zielenroerselen in het verborgene hielden. In het backoffice, zoals de klinisch psycholoog en narcisme-expert dat noemt in zijn nieuwe boek Persoonlijkheid, hechting en narcisme in een veranderende wereld.
Zoals de titel aanstipt, is onze persoonlijkheid volgens Derksen ingrijpend veranderd. We verbergen onszelf niet langer en gedragen ons extraverter dan ooit. We bespreken de intiemste gedachten en gevoelens op tv, maar ook onze diagnoses, seksuele geaardheid, jeugdtrauma’s, heimelijke verlangens en perverse voorkeuren. Deze extraversie heeft de weg vrijgemaakt voor een ongekende opleving van het narcisme in de afgelopen zeventig jaar, betoogt Derksen.
Jan Derksen (1953) is emeritus hoogleraar klinische psychologie aan de Vrije Universiteit Brussel en werkte als universitair hoofddocent psychodiagnostiek aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Daarnaast werkte hij 45 jaar lang als psychotherapeut. Derksen is gespecialiseerd in narcisme, waarover hij meerdere boeken schreef.
‘We voelen ons trots en speciaal, en zijn daardoor sneller gekrenkt als ons iets in de weg wordt gelegd’
Hoe kon onze persoonlijkheid zo drastisch veranderen?
‘Het begon met de jeugdcultuur in de jaren zestig, waarin we ons losmaakten van onze ouders en ons afzetten tegen de autoriteiten. Tegelijk liepen de kerken leeg en ontstond er een ideologische leegte, die nog meer ruimte bood voor expressie. Een en ander sijpelde ook door in de opvoeding, waarin we onze kinderen niet langer kort hielden, maar aanmoedigden om zichzelf in de wereld te manifesteren. Deze narcistische tendens is de laatste twintig jaar enorm versterkt door de sociale media, die iedereen in staat stellen om zichzelf vanaf de zolderkamer te broadcasten.’
Het heeft ons kwetsbaarder gemaakt, schrijft u, maar ook bozer.
‘Over zoiets als seksuele geaardheid sprak je vroeger bijvoorbeeld niet. Nu maken onze seksuele voorkeuren openlijk deel uit van onze identiteit. Kijk naar transgenders die hun geaardheid laten zien en opkomen voor hun rechten. Prima, maar hoe meer je van jezelf toont, hoe kwetsbaarder je wordt. Je krijgt te maken met vervelende reacties of pesterijen. Of erger, zoals je nu ziet in de VS, waar de overheid nog maar twee geslachten erkent. Hoe dan ook worden we sneller slachtoffer en melden we ons in groten getale bij de geestelijke gezondheidszorg (ggz).’
En die boosheid?
‘Die komt voort uit het narcisme. We voelen ons trots en speciaal, en zijn daardoor sneller gekrenkt als ons iets in de weg wordt gelegd. En die krenking leidt tot boosheid. Die we vervolgens, extravert als we zijn, met veel bombarie uiten. In de coronatijd kwamen de frustraties massaal naar boven en bleek hoe moeilijk we konden omgaan met de beperkingen van onze bewegingsvrijheid. We zijn onszelf te belangrijk gaan vinden.’
Het narcisme gaat volgens u ook ten koste van de wereld om ons heen.
‘Je kunt je energie maar één keer uitgeven: ofwel aan jezelf of aan de ander. Als je die energie vooral in jezelf steekt, sluit je je op in een cocon en ben je minder bezig met de ander. Wellicht mondt dat uit in minder betrokkenheid bij de grote vraagstukken in de wereld – al moet dat nog onderzocht worden. Ik constateer wel dat het milieu, stikstof, PFAS en CO2 niet voorkomen in de laatste voorjaarsnota van de Nederlandse overheid.’
‘Consumeren is voor mensen met narcistische trekken een manier om hun identiteit vorm te geven’
U legt ook een verband tussen narcisme en onze consumptiedrang. Hoe zit dat?
‘Consumeren is voor mensen met narcistische trekken een manier om hun identiteit vorm te geven, en dat kenmerkt zich allerminst door bescheidenheid en besef van grenzen. Als ze mogen kiezen tussen een Fiat Panda en een Mercedes 8-cilinder, dan is de keus snel gemaakt. Als geld geen rol speelt, gaat de voorkeur uit naar dure kleren, een groot huis en wilde feesten, met veel drugs en wisselende partners. Dus hoe narcistischer we worden, hoe groter onze drang om te consumeren.’
De sleutel voor een evenwichtiger persoonlijkheid, met aandacht voor onszelf en de ander, ligt wat u betreft in de opvoeding, in het versterken van de hechting. Wat is het idee daarachter?
‘In het eerste anderhalf jaar hecht een kind zich aan de ouders, en zo ontstaat een voedingsbodem voor liefde, intimiteit, vriendschap, samenwerking, gemeenschapszin en betrokkenheid bij de wereld. Als alles goed gaat, ebt de vroegkinderlijke angst voor de buitenwereld weg en groeit een gevoel van veiligheid en vertrouwen in zichzelf en de ander. Deze kinderen hebben minder psychische problemen en kennen gezondere relaties met anderen.’
Wat gaat er mis?
‘De hechting is verdund geraakt. Van Nederlandse kinderen is bekend dat ze drie tot zes verzorgers hebben, inclusief oppassers en crèchemedewerkers, terwijl kinderen maar met twee mensen een gehechtheidsrelatie kunnen opbouwen, blijkt uit wetenschappelijke studies. Het is dus zaak om de hechting te intensiveren, wat zal leiden tot meer gemeenschapsgevoel, empathie, zorg voor elkaar.’
Hoe versterk je de gehechtheid?
‘Door bijvoorbeeld het bevallingsverlof te verruimen, zodat ouders langer voor hun kinderen kunnen zorgen. In Denemarken krijgt een moeder achttien weken zwangerschapsverlof, volledig doorbetaald, en kan de partner twee weken vrij nemen. Bovendien kunnen de verzorgers 32 weken ouderschapsverlof verdelen. Uit Deens onderzoek, waarin kinderen twintig jaar lang zijn gevolgd, blijkt dat de zogeheten consciëntieusheid van deze kinderen is toegenomen. Ze zijn meer georiënteerd op de ander, hebben een groter plichtsbesef en meer respect voor anderen. Precies wat we nu allemaal missen.’
U ziet ook heil in een speciale opvoed-app. Hoe zou die eruit moeten zien?
‘Ik zie een gratis app voor me, bijvoorbeeld aangereikt door het consultatiebureau, met wetenschappelijke informatie en tips voor ouders die op het juiste moment op het scherm verschijnen. Na zeven maanden kunnen ouders bijvoorbeeld de hersenen trainen door oogbewegingen te maken terwijl ze lachen naar hun baby. Zo stimuleren ze de orbitofrontale cortex, waar de emoties worden gereguleerd. Er kunnen ook tips gegeven worden over het belang van muziek voor de foetus, over het bevorderen van het gevoel van veiligheid, en nog veel meer.’
Een sterkere hechting dempt niet alleen het narcisme, maar kan ook ‘talloze psychische aandoeningen voorkomen’, schrijft u. Is dat niet wat al te optimistisch?
‘Misschien wel. Ik schets een ideaalplaatje, maar hoe dan ook ontstaan veel ernstige ziekten, zoals psychotische stoornissen, in het eerste levensjaar. Als in die periode een moeder ziek wordt of een vader vertrekt, dan heeft dat grote gevolgen voor de hechting en de gezondheid van het kind. Met een veilige hechting kun je dat voorkomen.’

Jan Derksen
Persoonlijkheid, hechting en narcisme in een veranderende wereld
Uitg. Eburon