Nieuwe ESA-telescoop helpt bij het opsporen van potentieel gevaarlijke planetoïden

Samen met zijn evenknie op het noordelijk halfrond zal de telescoop de hemel nauwlettend afspeuren naar planetoïden die een bedreiging kunnen vormen voor onze planeet.

Als onderdeel van de wereldwijde inspanning om objecten in de buurt van de aarde op te sporen en te herkennen, is op de ESO-sterrenwacht op La Silla in Chili de Test-Bed Telescope 2 (TBT2) van het Europese ruimteagentschap ESA in gebruik genomen. Samen met zijn evenknie op het noordelijk halfrond zal de TBT2 de hemel nauwlettend afspeuren naar planetoïden die een bedreiging kunnen vormen voor onze planeet. Daarbij zullen hardware en software worden getest die voor een toekomstig netwerk van telescopen zijn bedoeld.

De 56-cm telescoop op de ESO-sterrenwacht op La Silla en TBT1, de identieke tegenhanger die op ESA’s grondstation in Cebreros in Spanje is gestationeerd, zullen fungeren als voorloper van het geplande ‘Flyeye’-telescoopnetwerk, een afzonderlijk project dat door ESA wordt ontwikkeld voor het opsporen en volgen van snel bewegende objecten aan de hemel. Dit toekomstige netwerk zal volledig autonoom werken: de waarnemingen worden aangestuurd door software, die dagelijks verslag doet van de posities en andere eigenschappen van de gedetecteerde objecten. Het TBT-project is bedoeld om te laten zien dat de soft- en hardware aan de verwachtingen voldoen.

Bombardement

Hoewel ernstige inslagen van planetoïden op aarde uiterst zeldzaam zijn, zijn ze ook weer niet ondenkbaar. Al miljarden jaren staat onze planeet bloot aan een bombardement van grote en kleine planetoïden. De explosie van een kleine planetoïde boven de stad Tsjeljabinsk in 2013, waarbij ongeveer 1600 mensen gewond raakten, heeft ons weer eens herinnerd aan de dreiging die van zulke ‘aardscherende’ objecten uitgaat. Grote planetoïden kunnen veel meer schade aanrichten, maar laten zich gelukkig gemakkelijker opsporen en de banen van alle bekende grote exemplaren zijn al goed bekend. Maar vermoed wordt dat er nog grote aantallen kleinere, onontdekte objecten bestaan die we nog niet hebben opgemerkt en die ernstige schade kunnen aanrichten als ze een bevolkt gebied treffen.

Dat is waar de TBT en het toekomstige geplande netwerk van Flyeye-telescopen voor gaan dienen. Zodra het netwerk volledig operationeel is, kan het de nachthemel afspeuren om snel bewegende objecten te volgen. Daarmee wordt Europa’s vermogen om potentieel gevaarlijke objecten die de aarde dicht kunnen naderen op te sporen aanzienlijk vergroot.