Wat deze kleurrijke gasschil zegt over onze eigen toekomst

Een infraroodfoto van deze planetaire nevel gunt astronomen een zeldzame blik op ons eigen zonnestelsel over enkele miljarden jaren. 

Als buitenaardse bezoekers over pakweg 5 miljard jaar een kijkje komen nemen bij ons zonnestelsel, zullen ze een tafereel aantreffen dat veel weg heeft van deze intrigerende infraroodfoto van de Ringnevel, gemaakt door de James Webb Space Telescope. Ook onze eigen zon zal in de verre toekomst namelijk zo’n kleurrijke schil van gas de ruimte in blazen. 

Van de binnenste planeten Mercurius en Venus is tegen die tijd niets meer terug te vinden; die zijn in een eerder stadium al door de opgezwollen zon verzwolgen. Als de aarde al aan dat lot weet te ontsnappen, zal zij toch zeker veranderd zijn in een compleet geblakerde sintel. 

De Ringnevel (ook bekend als M57) werd in 1779 ontdekt door Franse astronomen. Ze bevindt zich in het kleine sterrenbeeld Lier, op een afstand van een kleine 2.300 lichtjaar. Het is een van de bekendste voorbeelden van een zogeheten planetaire nevel. Die naam is bedacht door William Herschel, omdat de kleine, ronde nevelvlekjes hem deden denken aan planeetschijfjes. In werkelijkheid hebben zulke nevels niets met planeten te maken. 

Relatief lichte sterren zoals de zon zwellen aan het eind van hun leven eerst op tot rode reus. Ze worden instabiel, en blazen hun buitenste gaslagen het heelal in. De ster zelf krimpt vervolgens ineen tot een langzaam afkoelende witte dwerg. De weggeblazen nevel wordt steeds ijler, koelt af, en verdwijnt binnen enkele tienduizenden jaren uit het zicht – een kosmische oogwenk. 

De Ringnevel is door beide camera’s van de James Webb-telescoop vastgelegd. Op de foto van de NIRCAM-camera (links) zijn vele duizenden kleine ‘globulen’ in de ring zichtbaar – verdichtingen in het gas die veel moleculair waterstof bevatten. De MIRI-opname (rechts) is gemaakt op langere infraroodgolflengten, en toont vooral veel structuur in de buitenste delen van de nevel: radiale gasslierten en concentrische schillen.

Overigens blijkt uit de metingen van de Webb-telescoop dat het gas in de nevel ook veel koolstofverbindingen bevat. Die gaan deel uitmaken van de kosmische kringloop, en vormen in de toekomst de bouwstof voor nieuwe sterren, planeten en – wie weet – levensvormen.