Koeienmaag krijgt plastic klein

Enzymen uit de eerste voormaag van runderen zijn in staat veelgebruikte plastics af te breken.

Om iets aan de groeiende berg plasticafval te doen, zoeken wetenschappers naar betere manieren om plastics te recyclen. Dat gebeurt nu voornamelijk mechanisch: plastics worden fijngemaakt tot kleine korrels, die dienen als basis voor nieuwe – vaak minder hoogwaardige – producten.

Maar het kan ook met chemische stoffen en enzymen. Enzymen die daartoe in staat zijn vonden wetenschappers al onder meer in compost en de zee. Oostenrijkse onderzoekers zochten het elders: in het rumen of de eerste voormaag van runderen. De vloeistof die ze in een slachthuis uit een koeienmaag haalden, bleek in staat onder meer PET, PEF en PBAT af te breken. Die plastics worden dikwijls gebruikt in flessen, textiel en plastic zakken. Bij een temperatuur van 40 graden Celsius duurt dat één tot drie dagen.

In het maagvocht bevinden zich zogenoemde cutinases, door micro-organismen geproduceerde enzymen die de runderen helpen om de harde celwanden van planten af te breken. ‘De enzymen breken cutine af, een wasachtige stof opgebouwd uit zogeheten esters’, zegt Mattijs Julsing, die aan Wageningen Universiteit onderzoek doet naar plastic recycling met enzymen. ‘Cutine is een natuurlijk polyester. Daardoor zijn de enzymen ook in staat om synthetische polyesters zoals PET af te breken.’

De hoop is dat dergelijke enzymen in de toekomst een efficiënter en milieuvriendelijker recyclingproces mogelijk maken, dat minder energie vergt. ‘Het voordeel van enzymen is dat ze plastics tot hun oorspronkelijke bouwstenen kunnen afbreken’, zegt Julsing. ‘En ze kunnen in een mengsel van plastic selectief één polymeer afbreken.’ De weg naar een praktische toepassing is nog lang. ‘In vervolgonderzoek moeten de wetenschappers uitzoeken om welke enzymen het precies gaat en welke micro-organismen ze produceren’, aldus Julsing.

Steven De Meester, verbonden aan de vakgroep Groene Chemie en Technologie (UGent) is sceptisch. ‘De techniek is enkel bruikbaar voor polyesters. Die maken niet de bulk uit van de plastics. Daarnaast gaat deze methode veel trager dan de huidige industriële processen, waardoor ze volgens mij weinig kans maakt om competitief te zijn.’