Vooruitblik 2026 - Betere diagnostiek voor long covid

Echte wetenschappelijke doorbraken kan je niet voorspellen. Ze kondigen zich zelden groots aan en beginnen meestal niet met de uitroep “eureka”, maar eerder met: “tiens, dat is raar…”. Toch is er één domein waar viroloog Steven Van Gucht in 2026 hard op vooruitgang hoopt: long covid en andere post-infectieuze syndromen. 

Vandaag wordt long covid vastgesteld op basis van klachten die langer dan twaalf weken aanhouden na een besmetting. Er bestaat geen objectieve test, geen biomarker die bevestigt wat patiënten ervaren. Dat maakt diagnose en behandeling moeilijk, terwijl de impact groot blijft: veel patiënten zijn vrouwen tussen 40 en 60 jaar, en klachten kunnen maanden tot jaren aanslepen. Nieuwe gevallen nemen gelukkig af door opgebouwde immuniteit, maar de zorgvraag blijft aanzienlijk.

Een belangrijke stap die we nodig hebben, is een doorbraak in de diagnostiek: biomarkers die long covid meetbaar maken en tegelijk iets vertellen over het onderliggende mechanisme. Die twee zijn onlosmakelijk verbonden. Pas als we weten wat er misloopt in het lichaam, kunnen we ook gerichter behandelen.

Beloftevol onderzoek focust vooral op virale restanten, aanhoudende immuunactivatie, kleine bloedklonters en merkers voor afwijkingen in het metabolisme of vaatwanden. Long covid is waarschijnlijk ook geen enkelvoudige aandoening, maar een verzameling subtypes, elk met een eigen mechanisme. Dat maakt gepersonaliseerde diagnostiek en behandeling noodzakelijk.

Mijn hoop voor 2026 is dat biomarkeronderzoek die doorbraak levert: een betrouwbare test die bevestigt wat patiënten al lang voelen. Dat zou niet alleen de zorg voor long covid transformeren, maar ook nieuwe inzichten bieden voor andere post-infectieuze syndromen, zoals het chronische vermoeidheidssyndroom.