Hogere temperaturen, minder slaapuren

Sommige mensen maken zich zozeer zorgen om de klimaatverandering dat ze ervan wakker liggen. Anderen kunnen de slaap niet vatten dóór de klimaatopwarming.

Het meeste onderzoek naar de impact van klimaatopwarming op de mens gaat over de verwoestende gevolgen van extreem weer. Maar klimaatverandering kan ons leven ook op een subtielere manier beïnvloeden.

Hogere temperaturen leiden tot een daling van de slaapkwaliteit en een vermindering van de slaapduur. Dat bleek eerder al uit onderzoeken in laboratoria en uit zelfrapportages. Maar objectieve data over de impact in het echte leven waren tot nu toe nauwelijks beschikbaar.

Onderzoekers van de Universiteit van Kopenhagen, Denemarken, stroopten de mouwen op. Ze contacteerden ruim 47.000 volwassenen in 68 landen verdeeld over alle continenten (met uitzondering van Antarctica). De proefpersonen kregen slaaptrackers in de vorm van een polsband. De data van die toestellen combineerden de onderzoekers vervolgens met meteorologische gegevens.

Het grootschalige onderzoek bevestigt dat hogere temperaturen leiden tot minder slaap. Zo slapen we tijdens een zeer hete nacht met een temperatuur van 30 °C of hoger gemiddeld 14 minuten minder. In 2099 zouden mensen door de gevolgen van klimaatopwarming gemiddeld wel 50 tot 58 uur per jaar minder slapen, schatten de wetenschappers.

De gevolgen zijn wereldwijd ongelijk verdeeld: vooral mensen in lage-inkomenslanden, ouderen en vrouwen slapen minder door de stijgende temperaturen. Die landen liggen historisch gezien in hetere zones, en ervaren bovendien wellicht extra impact door het gebrek aan airconditioning.

Slapen vissen?

Lees hier het antwoord

Gerelateerde artikels

Klimaatverandering is een feit! Evolutie schiet te hulp

Klimaatverandering is een feit! Evolutie schiet te hulp

De aanpassing van het leven op aarde aan veranderende omgevingen is mogelijk  door natuurlijke selectie op basis van individuele verschillen. Deze (genetische) diversiteit binnen soorten staat echter onder druk. Het blijkt dat we als mensen onze strategieën moeten aanpassen om deze verschillen te monitoren, en zo onze biologische hulpbronnen optimaal te beheren.  Als we willen blijven profiteren van de diensten van de natuur, kunnen we maar beter deze grondstoffen van natuurlijke evolutie in de gaten houden zodat soorten zich kunnen blijven aanpassen aan veranderingen in hun omgeving.