Welke prijs willen we voor de superefficiënte vleesproductie betalen?

Zowel biologische als industriële vleeskippen krijgen soja als voeder. Soja is op meerdere vlakken problematisch.

Eos traceert voortaan elke maand de herkomst van wat op je bord ligt. We beginnen met kippenvlees.

De Europese pluimveehouderij is trots op haar efficiëntie. In 1950 haalde een gemiddelde vleeskip na elf weken een gewicht van 1,4 kilogram. Voor de productie van 1 kilogram kippenvlees had ze 3 kilogram voedsel nodig – voederconversie 3 in het jargon. Vandaag weegt een vleeskuiken 2,7 kilogram na amper zes weken en bedraagt de voederconversie 1,6. Dat is een mooie score in vergelijking met bijvoorbeeld varkens (2,8) of runderen (8,7). De resultaten kwamen er dankzij doorgedreven genetische screenings – de ‘ouders’ van vleeskuikens zijn topdieren die kwaliteiten als snelle groei en grote vruchtbaarheid verenigen met extra vlezigheid –, de massale inzet van medicatie en eiwitrijke voeding, en een modern bedrijfsmanagement.

Deze efficiëntie heeft ook een schaduwzijde, voor dier en mens. Vleeskuikens zien in hun korte leven geen daglicht en ze zitten in stallen opeengepakt. Preventief krijgen de kippen grote doses antibiotica met de voeding binnen, wat bacteriën steeds resistenter maakt. De vleeskuikens zelf worden in no time vetgemest en kunnen amper op hun poten staan. In tegenstelling tot andere consumptiedieren worden de meeste kippen wél verdoofd voor de slachting, maar ze ondergaan omgekeerd opgehangen een elektrocutiebad. Een pijnlijk en stressvol gebeuren dat niet altijd lukt. In Vlaanderen veroorzaakt de mest van pluimvee 9 procent van de ammoniakuitstoot en zijn de pluimveebedrijven broeihaarden van fijnstof. En dan is er nog de voeding. Sinds de gekkekoeienziekte van eind de jaren 1990 is het gebruik van diermeel in Europa verboden. Als voornaamste bron van eiwit staat sindsdien soja op het menu. Soja is op meerdere vlakken problematisch. Velen zien dat eiwitrijk gewas liever rechtstreeks op ieders bord belanden, niet via de omweg van het kippenvlees.

Wegen de voordelen op tegen de nadelen? Welke prijs willen we voor de superefficiënte vleesproductie betalen? Eos beantwoordt deze vragen niet voor jou, maar we staan je wel bij. We starten met het nieuwe digitale project Tracé, dat de herkomst van wat er op je bord ligt achterhaalt. Eos Tracé bevat een pak informatie over de levenscyclus van voedingswaren: teelt, verwerking, transport, consumptie en afvalverwerking. En het bevat journalistieke artikelen die dieper ingaan op pijnpunten. Sommige stukken vinden hun weg naar dit magazine. Het verhaal over de alternatieven voor soja als kippenvoer is er zo een.

Eos Tracé is een ambitieus project dat we met crowdfunding boven water willen houden. Weet je graag wat er op je bord ligt, vind je het traject dat gewassen of dieren afleggen te weinig doorzichtig, ben je bezorgd over de gezondheid van je eten of ben je gewoon weetgierig, dan kan je bij Eos Tracé terecht. Voor een vrijwillige bijdrage van 1 euro per maand, zoeken we samen met jou de herkomst van je voeding uit. De wetenschap is onze gids.

We starten met kippenvlees, de komende maanden volgen brood, koffie en olijfolie. We horen graag wat jij nog wil (w)eten!